22 13 JANUARI 1965. eigen lokale belang dienen; het proces van mentaliteitswijziging, waar toe de toenemende oriëntatie op een schaal die over de lokale grenzen heenreikt noopt, zal nog vele jaren vergen. De verwachting leeft dat de introductie van de contactraad (meer be doeld als constructief meedenkend dan als een soort toezichthoudend lichaam) zal bijdragen tot verdieping van het inzicht in de noodzaak van vrijwillige samenwerking in die sectoren maar zulks in het belang van de regionale welvaartsontwikkeling en het regionale welzijn nodig is. Enkele vruchtbare gedachtenwisselingen met groepen uit de contactraad, geformeerd rond territoriale knelpunten, hebben reeds plaats gevonden. Het W. E. B. -bestuur streeft er naar de inschakeling van de contactraad in de W. E. B. -werkzaamheden verder uit te bouwen; de mogelijkheden daartoe worden onderzocht. Het aan het begin van 1964 gepubliceerde produkt van W. E. B. -werk zaamheden, te weten deel II van het rapport, is in zeer ruime mate ook landelijk verspreid. De reacties waren vrijwel steeds bijzonder gunstig. De veronderstelling, dat bij het bepalen van beleidlijnen vooral ten aan zien van de infrastructurele en regionaal economische ontwikkeling in Nederland en inzonderheid in Noord-Brabant met de conclusies van het W.E. B. -onderzoek terdege rekening wordt gehouden, lijkt gerechtvaar digd. Ook leek de tussenkomst van de W.E. B. billijk en efficiënt toen het er om ging om onze nabuurgemeente Etten niet al te snel af te laten voeren als ontwikkelingsgemeente. Niet zonder succes is hier bemiddeld. De W. E. B. stelt ook een onderzoek in naar de mogelijkheid en wense lijkheid om het luchtvaartterrein Hoeven tot verdere ontwikkeling te brengen. Wij zullen ons niet laten afschrikken door de negatieve gelui den uit Ossendrecht vernomen. Bij de aanvang van onze werkzaamheden in het jaar 1965 heb ik Uw aan dacht willen vestigen op enkele aspecten van de groei en ontwikkeling van de stad Breda. Ik heb U mede aan de hand van thans beschikbare en betrouwbare cijfers over de bevolkingsgroei en werkgelegenheid in Breda deelgenoot mogen maken van onze wensen maar ook van onze zorgen voor de toekomst. Ik heb dit gedaan in de overtuiging, dat Uw raad ook in het nieuwe jaar met grote toewijzing en in positieve zin Uw taak zult verrichten, daarbij gedreven door een waarachtige zorg voor het heden en vanuit een ruime visie op de nabije en verre toekomst van Breda. Hoewel ons beleid ook in het afgelopen jaar wel feilen zal vertoond heb ben, menen wij toch met voldoening en tevredenheid te mogen terug zien op het jaar, dat wij zo juist hebben afgesloten. Helaas heeft 1964 ook vele droeve momenten gehad. Ter nagedachtenis aan hen die ons ontvielen door de dood moge ik hun namen hier nog eens in herinnering brengen; de heren Rattink en Kramers, beide zeer gewaardeerde leden van Uw raad; de heer van der Schrieck, ereburger van Breda; de heer de Hingh, ontvanger en daarnaast nog 8 andere personeelsleden der gemeente. Zij allen, raadslid, ereburger of ambtenaar waren onze geachte mede werkers toen hun leven door de dood een einde nam. Laten wij in hun geest het werk, dat zij onvoltooid moesten laten, voort zetten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 22