240
14 JULI 1965.
Het onderzoek bestaat uit 2 fasen. De eerste fase, die een jaar duurt en
waarin het onderzoek zal plaats hebben door een aan te stellen geriater
beperkt tot 400 bejaarden en de 2e fase, die zich over 4 jaar uitstrekt en
waarbij de 10. 000 bejaarden van Breda zullen worden betrokken. Met de
andere sprekers dringt hij erop aan, dat de resultaten van het onderzoek
in de le fase zo spoedig mogelijk aan de raad worden medegedeeld, om
dat dat voor het voeren van het verdere beleid van heel veel belang is;
hierbij denkt hij ook aan de financiële consequenties.
Er is verder sprake van een werkcommissie, waarin ter zake deskundigen
zitting zullen hebben. Spreker vraagt of het mogelijk is nadere medede
lingen te doen over de samenstelling van die werkcommissie.
Verheugd is spreker over de medewerking die de Bredase artsen zullen
verlenen, doch hierover is bij spreker nog een vraag blijven hangen. Op
pagina 2 van punt 38 staat "Bovendien zijn wij van mening, dat het on
derzoek in Breda een goede kans van slagen heeft, omdat blijkens een
aftasten van de meningen van artsen, die in de verschillende sectoren
van de volksgezondheid werkzaam zijn, op de noodzakelijke steun van die
zijde gerekend mag worden". Dit is niet zo volledig positief en daarom
vraagt spreker, of deze voorstelling van zaken niet al te voorzichtig is
geweest, omdat hij meent, dat het welslagen van het project in zeer be
langrijke mate afhangt van de medewerking, die van de zijde der artsen
zal worden verkregen. Natuurlijk is het ook afhankelijk van de bejaarden
zelf en daarom is hij zo blij, dat het onderzoek gebeurt onder leiding
van de stichting bejaardenwerk omdat het daardoor mogelijk is de bejaarden
van de grote betekenis van het onderzoek te doordringen.
Op pagina 1 van stuk 351 is sprake van een periodiek systematisch onder
zoek van de bejaarden. Dit zou de indruk kunnen wekken, dat om de
zoveel tijd alle bejaarden worden onderzocht, terwijl spreker uit alle an
dere stukken de conclusie heeft moeten trekken, dat in de eerste periode
de representatieve groep wordt onderzocht en dat in de volgende 4 jaar
elk jaar 2500 bejaarden zullen worden onderzocht. In dit verband vraagt
hij wat de uitdrukking "periodiek systematisch onderzoek" te betekenen
heeft.
Ook over de begeleiding van het project heeft spreker nog een vraag. Hij
acht het bijzonder belangrijk, dat er begeleiding plaats vindt onder lei
ding van Prof. Mertens uit Nijmegen, daarbij gesteund door een werkgroep
bestaande uit een geriater, een socioloog en een statisticus. Hij vraagt
of dit dezelfde geriater is, die de eerste opdracht uitvoert.
De raad staat voor een aantal beslissingen tegelijk n. 1. het verstrekken
van een subsidie van 25. 000, - per jaar gedurende vijf jaar, het onder
zoek te laten geschieden door de gemeentelijke geneeskundige en ge
zondheidsdienst, de vaststelling van een nieuw reglement en de beslissing
over het vermogen van wat men noemt de stichting het Oude Mannen
huis.
In het algemeen kan spreker's fractie zich met deze voorstellen vereni
gen hoewel de constructie voor wat de laatste beslissing betreft wel wat
gewrongen is. Een eenvoudiger constructie was mogelijk geweest als de
gemeente de gelden van het Oude Mannenhuis had overgenomen, vindt
spreker, alhoewel hij begrijpt, dat er ook wel redenen zijn om dat niet
te doen. Hij vindt het in stand houden van een instituut van weldadig
heid in de nieuwe opzet van het maatschappelijk werk wat moeilijk te