247 14 JULI 1965. en wellicht het reglement ietwat te moderniseren. De heer KROON sluit zich graag aan bij hetgeen de heren Broeders en Vis gezegd hebben over de voorlichting van de raad en de pers. In le instan tie heeft hij reeds gezegd er geen bezwaar tegen te hebben dat de pers wordt ingelicht. Hij zegt er geen bezwaar tegen te hebben om stukken te gaan lezen. Meestal doet hij dat wel drie maal maar hij heeft alleen gevraagd de stukken, die in gestencilde vorm aanwezig waren, ook ter beschikking van de raad te stellen, omdat die voor elk raadslid van groot belang zijn. Hij hoopt, dat het college daarmede in de toekomst reke ning zal willen houden. In le instantie heeft spreker gezegd, dat hij dit onderzoek eigenlijk een landelijke zaak vond. De wethouder heeft gezegd, dat de gemeente al leen maar in het onderzoek participeert en dat wij alleen belang hebben bij de wetenschappelijke gegevens, die daaruit komen. Hij is het wel met de wethouder eens dat het onderzoek van belang is, maar het is heel goed mogelijk dat dergelijke onderzoeken landelijk al aan de gang zijn of misschien aan de gang gebracht worden en dan zou Breda toch kunnen profiteren van de gegevens die daaruit voortkomen. Evenzo kan hij zich indenken, dat andere gemeenten zullen gaan profiteren van hetgeen te Breda gebeurt, waartegen hij overigens geen bezwaar heeft. Spreker wil verder onderschrijven wat de heren Vis en Broeders over de resultaten van het onderzoek na het eerste jaar gezegd hebben. Hij zou nog iets verder willen gaan door voor te stellen het onderzoek voorlopig gedurende één jaar te doen en dan te bekijken of en zo ja op welke wijze verder gegaan wordt. Dit in verband met de financiële kwestie en het feit, dat daarna de ziekenfondsen ingeschakeld zullen worden. Hij maakt er zich over bezorgd, dat het bedrag van de subsidie in de volgende ja ren wel eens hoger zou kunnen worden dan 25. 000, -. In de begroting is n. 1. te zien, dat een geriater en dokters-assistenten worden aangesteld, dat er apparatuur wordt aangeschaft, dat een kantoor wordt ingericht enz.Als dit allemaal gebeurd is en de gemeente participeert in het onderzoek zal het uitermate moeilijk worden om zich in volgende in stantie volledig te distanciëren. Ten aanzien van de periode 1955 - 1965 heeft de wethouder gezegd, dat de raad toch elk jaar een financieel verslag krijgt. Dat verslag gaat echter over het beheer van de fondsen en niet over de "faites et gestes" van het Oude Mannenhuis. In eerste instantie heeft spreker al gevraagd naar de doelstelling zoals die in het oude reglement staat. Hij heeft daarop geen antwoord gekregen. Die doelstelling zou wel eens zodanig kunnen verschillen, dat er nog moeilijkheden rijzen. Hij herinnert er aan, dat de toenmalige voorzit ter in 1955 gezegd heeft, dat deze kwestie juridisch moeilijk ligt en dat met een wijziging de raad, gedeputeerde staten en de kroon gemoeid zijn. Mevrouw van Mierlo heeft gevraagd of de minister van justitie daarover niet moet oordelen. Hij wil daarover graag nog wat meer weten. Terwille van de zaak waar het om gaat wil spreker zich akkoord verkla ren, omdat hij het onderzoek zeer belangrijk vindt. Hij wil echter graag een amendement voorstellen n. 1. dat het onderzoek voorlopig beperkt wordt tot één jaar en dat daarna opnieuw bezien wordt of en op welke wijze met het onderzoek moet worden voortgegaan. Hij wil dit amende ment graag in stemming gebracht zien, als het tenminste voldoende ge steund wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 247