248
14 JULI 1965.
De heer VAN DER WERFF zegt, dat er bij zijn fractie voor de suggestie
om van het onderzoek een eenjarig project te maken geen belangstelling
bestaat, omdat daarmede de kans van slagen te zeer afhankelijk zou
worden van een momentopname en omdat daarmede het wetenschappe
lijk en het sociaal aspect te weinig tot zijn recht zou komen.
Spreker wil een "slip of the tongue" van de wethouder constateren. De
ze heeft n.l. gezegd, dat het gaande houden van de belangstelling over
een kortere tijdsspanne moeilijker is. Naar zijn mening zou dit gemakke
lijker moeten zijn. Hij heeft in le instantie ook voorgerekend, dat de
huisarts de van hem verlangde 3 uur in de week niet heeft, maar de
wethouder zegt, dat het met uur nog net kan. Over de ter visie leg
ging van stukken zegt spreker, dat er eigenlijk niet zoveel ter visie heeft
gelegen en dat hij daarom ontstemd was over de toevloed van gegevens,
die uit de krant kwamen.
"Periodiek" betekent herhalen of terugkeren, zegt hij verder, en zolang
aan deze betekenis wordt vastgehouden is er geen bezwaar tegen het
woord te gebruiken.
Tenslotte onderschrijft spreker de wens van de wethouder, dat de weten
schappelijke gegevens tot zodanige zinnige maatregelen zullen leiden
dat het project een succes wordt.
De heer QUADEKKER zegt, dat de term "periodiek systematisch onder
zoek" goed gebruikt is en dat als er "systematisch periodiek" gestaan had,
het dan fout was geweest.
Wethouder VAN BOXTEL meent kort te kunnen zijn over de voorlichting.
Voorzover er sprake zou kunnen zijn van kortsluiting is hij bereid daar
voor zijn excuses te maken. Hij wijst er ten deze nog op, dat het col
lege met de pers over deze aangelegenheid twee uur en met de leden van
de raadsafdeling drie uur gepraat heeft. Hij meent te mogen aannemen,
dat de leden van de afdeling de informatie die zij krijgen doorgeven
aan de fracties.
Ten aanzien van de fasen-onderscheiding, zegt hij, dat bij de le fase
een gedetailleerd onderzoek over de coderingen van de sociale aspecten
zal plaatsvinden. Die coderingen zijn nodig om straks de computer in
werking te kunnen stellen voor het verkrijgen van de nodige gegevens.
In de 2e fase zal het accent meer liggen op de signaleringsfunctie ten
aanzien van het sociale aspect. Hij heeft de indruk, dat het wel zo zal
gaan, dat men op basis van conclusies uit het eerste onderzoek al zal kunnen
komen tot generale conclusies en dat dan verder zal kunnen worden vol
staan met signalering en inpassing. Tijdens de 2e fase zal er een inten
sief en uitgebreid contact groeien met het rijke patroon van instellingen
van maatschappelijk werk, die als verzorgings-instanties zullen gaan op
treden en waar dus een intensieve activiteit zal groeien naar aanleiding
van dit onderzoek. Als dit niet zou zijn, acht spreker het onderzoek
t.a. v. de sociale facetten minder geslaagd.
Spreker wil nog eens herhalen en benadrukken, dat de raad geen zorg
behoeft te hebben omtrent de informatie bij de verdere voortgang van
het onderzoek. Hij zal daarop bijzonder attent zijn.