269
11 AUGUSTUS 1965.
gewezen op de mogelijkheid om claims in te dienen, waarbij de be
oordeling of dat iemand voor uitkering in aanmerking komt ligt bij de
verzekeringsmaatschappij, eventueel bij de raad. In zo'n geval voor
komt men narigheid dat er door onbekendheid geruime tijd voorbijgaat.
Het is immers vaak moeilijk vast te stellen of er bij handelingen van
de gemeente van fout of schuld sprake is. Wanneer de periode waar de
wethouder op doelde voorbij is wordt het steeds moeilijker de schade
vast te stellen.
Daarom zag spreker graag dat de wethouder er wat nader op in ging op
dat in voorkomende gevallen de gemeente gedupeerde inwoners er op
zou kunnen attenderen dat de claims zouden kunnen worden gesteld,
zonder dat daarbij - en dit stelt spreker uitdrukkelijk vast - verwach
tingen worden gewekt of toezeggingen worden gedaan. Dit zal naar zijn
mening het hele verkeer tussen overheid en burgerij een stuk duidelijker
maken, hetgeen hij zeer zou waarderen.
Wethouder VERMEULEN zegt dat de heer van den Eeden op zijn eigen
wijze de brief heeft geïnterpreteerd. Dit is uiteraard zijn goed recht.
Spreker kan echter met de beste wil van de wereld uit het feit dat het
onderwerp "schadevergoeding" wordt aangehaald, niet concluderen dat
men schadevergoeding als zodanig eist. Hij blijft bij de interpretatie
die burgemeester en wethouders aan de brief hebben gegeven. De brief
is nauwelijks voor verwarring vatbaar en zij laat duidelijk horen dat de
mensen liever geen schadevergoeding hebben maar wel de verzekering
dat zoiets nooit meer gebeurt en dat men 's-nachts rustig kan gaan sla
pen. Zij hebben zich nadrukkelijk gedistancieerd van schadevergoeding
en in feite niets geclaimd.
Over de rechtsvraag op zich is spreker het volkomen eens met de heren
van den Eeden en Broeders. Wanneer iemand schade veroorzaakt, en
dus ook de gemeente, is het niet meer dan normaal en een plicht dat
die schade wordt vergoed. Maar nu vindt spreker het toch fout als de
heer van den Eeden dan weer zegt: "die mensen hebben nu geen schade
geclaimd omdat zij in 1961 nul op request hebben gekregen". In zijn
antwoord heeft spreker al gezegd dat de situatie toen een heel andere
was dan nu. Als de mensen willen claimen kunnen ze dat natuurlijk
wel doen hoewel spreker daar zelf weinig concreet resultaat van ver
wacht omdat de termijn tussen .schade en claimen groot is. De verzeke
ringsmaatschappij zal echt wel de nodige bedenkingen gaan opperen.
Vaak is de situatie ook niet meer zo dat de geleden schade kan worden
aangetoond. Het is deze praktische overweging die doet zeggen er niet
veel heil in te zien alsnog te claimen. Uiteraard heeft men het recht
het te doen en de schade zal worden doorgegeven aan de verzekerings
maatschappij en dan zal het een kwestie worden tussen die maatschappij
en de betrokken mensen of er schade wordt uitgekeerd en tot welk be
drag. Als gemeente is hier weinig aan te doen.
De heer BROEDERS zegt dat zijn vraag verder ging als het antwoord
van de wethouder. Hoe moet de clausule verstaan worden dat de ge
meente niet bevoegd is claims uit te lokken Men leeft in een inge
wikkelde maatschappij en spreker vindt het ergens nodig dat er wijzers
zijn om de mensen wegwijs te maken. In het ene geval is het een over-