275
11 AUGUSTUS 1965.
sociale zaak, maar ook een zaak dat de mens in zijn natuur niet meer
tegen deze werkmethoden kan, hij is daar eigenlijk niet voor geschapen.
Dit brengt met zich mee dat men zijn vrije tijd creatief moet kunnen
gebruiken. De omstandigheden brengen hem er nu niet toe, hetgeen be
tekent dat er grote massa's zijn die gauw geneigd zijn om hun vrije tijd
in bepaalde ledigheid door te brengen. Als men dat wil kan men dit
iedere avond zien.
Dit voorstel beoogt echt alleen maar een aanzet te zijn, om te trachten
voor bepaalde groepen mensen die daar behoefte aan hebben iets te ver
wezenlijken. Die groepen kunnen door alle lagen van de bevolking lopen,
want het is geen sociaal gerichte zaak. Natuurlijk zijn er sociaal ge
richte kanten.
Het is, aldus spreker, prachtig als deze zaak helemaal aan eigen acti
viteiten kan worden overgelaten, maar ook hier spreekt weer een ver
schijnsel van onze tijd. Voor dit soort dingen moet men ruimte hebben.
Massa's mensen hebben geen ruimte om zich met bepaalde creatieve
tijdsbesteding bezig te houden. Men moet er tevens leiding bij hebben.
De werkverrichtingen die men heeft zijn er ook al niet meer op gericht
om de mensen vanuit die natuur tot creatieve werken te brengen. Men
moet er dus leiding bij hebben, hetgeen betekent dat er georganiseerd
moet worden.
Het is nu eenmaal zo dat de overheid in dit opzicht zijn taak echt niet
naast zich kan leggen. De overheid moet daar zijn taak begrijpen en
daarom is er dit heel bescheiden begin.
Er is tussen het bestuur van de Stichting "De Beeldenaar" en de directie
van "St. Joost" een duidelijk overleg geweest omtrent het niet beconcu-
reren van de door St. Joost gegeven avondcursussen. Er is een binding
tussen het bestuur en St. Joost en er mag op worden gerekend dat daar
door een goede afbakening zal plaats hebben. Enig tasten en een rege
ling zal nodig zijn. Tussen beide partijen bestaat echter een goede ver
houding en er is een afspraak om dit zo goed mogelijk te regelen.
De kwestie door de heer van Casteren naar voren gebracht inzake het
gericht benaderen van de kandidaten die zullen deelnemen, moet wor
den gezien in datgene wat spreker heeft gezegd: Het is geen kwestie die
alleen voor een bepaalde sociale laag van de maatschappij van belang
is, het loopt door de hele bevolking heen.
Niet vergeten moet worden dat er al verschillende mensen zijn die zich
met dit werk bezighouden. Dit is onderzocht. Deze mensen zijn voor
een belangrijk deel wel op de hoogte van de bestaande mogelijkheden.
Niet vergeten moet worden dat er vanuit dergelijke activiteiten zelf
propaganda volgt. De mondelinge overredingskracht brengt inderdaad
nieuwe kandidaten. Men ziet bij kennissen, verloofden of familieleden
resultaten van activiteiten.
Anderzijds, en het is jammer dit te moeten zeggen, moet om budget
taire redenen worden gehoopt dat de belangstelling voor dit werk niet
ineens uitwaait, want dat zou betekenen dat een groter bedrag beschik
baar zou moeten worden gesteld. Dit zou op zich heel plezierig zijn,
maar de raad kan het burgemeester en wethouders niet kwalijk nemen
dat nu bij de voorbereiding van de begroting 1966 reeds bekend is dat
de nodige zuinigheid dient te worden betracht dat bepaalde zaken be
perkt moeten worden. Ook deze uitgaven zullen daaronder moeten val-