11 AUGUSTUS 1965. 276 len en hier zullen beperkingen moeten worden opgelegd. Het zal dus zo moeten zijn dat deze activiteit niet tot een hele massa kan worden uitgebreid. Er zal geen enorme propaganda moeten worden gemaakt maar deze zal langs min of meer natuurlijke wijze moeten gaan. Spreker is - en met hem het college - van oordeel dat het daarom niet gewenst is dat b. v. een bepaalde groep, zoals bejaarden, wordt benaderd. Dit zou dan een zaak zijn die meer in de sector van de bejaardenzorg zou moeten liggen. Het gaat niet zozeer om vrijetijdsbesteding voor be jaarden, maar om de mensen die te zijner tijd nog bejaard moeten worden reeds nu de nodige ondergrond bij te brengen om straks op rijpere leeftijd tot creatieve vrijetijdsbesteding te komen. Wat betreft de leeftijdsgrenzen staat ca. 14 jaar vermeld. Er zijn zoals altijd jongelui die geestelijk wel 16 jaar lijken, er zijn er die dan nog maar 12 of 11 jaar lijken. Er moet met de persoonlijke omstandigheden rekening worden gehouden. Dit kan echt wel worden toevertrouwd aan degene die met de leiding belast is. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 22. HUUR VAN EEN VERDIEPING VAN HET GEMEENSCHAPSHUIS VIAN- DENLAAN 3. De heer MELZER ziet eigenlijk niet direct de noodzaak dat de muziek- en balletschool met een balletcursus start. Naar zijn mening kan met het geven van balletlessen nog wel even worden gewacht. Het is weliswaar de Bredase muziek- en balletschool, maar daarnaast zijn er nog wel enige particuliere instituten, die ook balletlessen verzorgen. Er is nogal wat keuze. Moet de gemeente nu die particuliere instituten gaan becon- cureren met de gemeentelijke subsidie Wethouder BASTIAENSEN zegt dat het antwoord eigenlijk in de vraag ligt opgesloten. Het is inderdaad een muziek- en balletschool. Bij de huidige opvattingen is het balletonderwijs een noodzakelijke aanvulling op het muziekonderwijs. De in het verleden genomen beslissingen stel len duidelijk dat het betreft een muziek- en balletschool. De balletcur sus is alleen even opgeschort omdat het midden in het seizoen moeilijk was het balletonderwijs op dat moment aan te vangen. Nu wordt de zaak volledig gemaakt conform het besluit dat destijds door de raad is geno men. Wat betreft de opmerking dat met gemeentelijke subsidies concurrentie aan particuliere instituten wordt aangedaan: dit is een opmerking die ook in het verleden gemaakt had kunnen worden, want ook daar werd in het verleden met gemeentelijke subsidies concurrentie aangedaan aan de andere bestaande balletscholen. Als het waar is dat men in dit geval van gemeentelijk subsidie mag spreken, dan is dat niets nieuws onder de zon. Maar men mag in dit geval niet spreken van gemeentelijk subsidie, even min als men van gemeentelijke subsidies mag spreken als men spreekt over openbaar lager onderwijs. Dit wordt door de gemeenschap betaald. Bij andere schoolrichtingen spreekt men ook niet van gemeentelijke sub sidies voor eigen onderwijs. Daar spreekt men eenvoudig over kosten voor onderwijs.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 276