311
15 SEPTEMBER 1965,
het benaderen van schooljeugd van een bepaalde leeftijd door het brengen
van instructieprogramma's en voorstellingen. Spreker moet bekennen, dat hij
uit de kringen van het onderwijs geen juichende opmerkingen heeft gehoord,
maar dat er een gematigde tevredenheid was. Er waren scholen bij, die er
zeer redelijk over te spreken waren, er waren er ook bij, die er sceptisch te
genover stonden.
Nu is het programma voor het volgende jaar aanmerkelijk breder, zowel de
instructies als de voorstellingen.
Spreker hoopt, dat men dat ook haalt, want het is een taak van Proloog zelf
om met het orderboekje op stap te gaan en dit vol te krijgen,
Als men de voorstellingen niet haalt, zal Breda in ieder geval toch niet meer
of minder betalen, want de prestatie is niet maatstafgevend, maar de verdeel
sleutel.
De heer Kroon heeft gesproken over de gevangenen van het subsidièntenover-
leg. Spreker heeft daar al eerder op gereageerd in een vorige vergadering.
Spreker noemt het niet gevangene zijn, als men met elkaar overlegt en af
spraken maakt.
Men kan alleen zeggen, dat men aan die afspraken gebonden is. Men zou een
gevangene zijn, als men geen recht van spreken had. In dit geval was het
zeer duidelijk, dat wijziging is gebracht in de bedragen, die op tafel zouden
moeten komen, dit mede als gevolg van een tevoren door Breda ingenomen
standpunt.
In dit beraad en in dit overleg is Breda niet zover willen gaan om te zeggen:
we doen niet meer mede, want ook Breda ziet een belang in deze zaak.
Ook Breda neemt aan, dat er voor Proloog een goede taak is weggelegd met
de instructie en het brengen van voorstellingen voor de lagere scholen.
Als deze het eerste jaar wat minder goed is uitgevallen, dan hoopt spreker,
en hij heeft daar ook wel vertrouwen in, dat dit het volgend jaar beter zal
zijn.
Spreker wil dit gaarne afwachten, maar hij wil echt niets voorspellen, want
het is met dit soort zaken altijd zo dat dit niet altijd op een of twee jaar te
beoordelen is. Dat is ook wel op ander gebied ervaren.
Maar spreker wil wel stelling nemen tegen de veronderstelling, dat hier spra
ke is van een tweede toneelgezelschap.
De heer VAN DER WERFF vraagt nog naar een reactie op zijn conclusie
ten aanzien van het voor 1966 uitgetrokken subsidie.
Wethouder BASTIAENSEN acht het niet mogelijk nu al vooruit te lopen op
de begroting 1966. Het subsidie voor 1966 is op de begroting voor dat jaar ge
raamd en de nabetaling over het afgelopen seizoen drukt op de begroting
1965.
De VOORZITTER meent, dat de raad nu tot een besluit zou kunnen komen.
Als gesproken is over a. en b.dan neemt spreker b dus op in de geclausu
leerde geest, zoals de heren Broeders en Gielen dat hebben omschreven.
Dat betekent dus subsidie 10°]o, met dien verstande, dat geen indienstne
ming van personeel zal plaats vinden, tenzij het subsidiëntenoverleg daartoe
vooraf toestemming heeft gegeven.
Punt a. wordt na stemming met 28 stemmen voor en 5 tegen aangenomen;
punt b. wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.