337 13 OKTOBER 1965. bij de nieuwe tariefstelling reeds rekening hield met 20°lo. Terugkomende op de vraag van de heer Quadekker lijkt hem dit toch een percentage, dat erg hoog ligt. Wethouder MEUS zegt dat inderdaad in het huidige tarief de stijgingvan 20% voor een groot deel is verwerkt. Er is echter na het moment van vast stelling van het huidige tarief nog een naberekening gekomen. Deze naberekening van de salarissen heeft nu haar invloed op de thans voor gestelde verhoging. De heer KRAMER deelt mede, dat zijn fractie met het rechttrekken van de tarieven akkoord gaat. De tarieven zijn hier en daar wat logischer ge worden. Er zijn echter naar zijn mening een aantal begrippen, die zo spoedig mo gelijk beter omschreven moeten worden. Hij denkt hierbij aan de begrip pen: bedrijfsvuil, huisvuil en grofvuil. Dan zal het geheel beter gehanteerd kunnen gaan worden. Spreker is ook verheugd met de gratis hulp, die verleend wordt n. 1. 5 mi nuten voor i m3 vuil. Om narigheden te voorkomen hoopt hijdat er met een ruime maat gemeten zal worden om de m3 te bepalen. Tenslotte wijst hij erop, dat in bet voorstel gesproken wordt over de put van Rasenberg. Over deze put is reeds dikwijls gesproken in verband met de vuil verwerking. Thans delen burgemeester en wethouders in hun voorstel mede, dat binnen afzienbare tijd een nieuwe oplossing zal moeten worden gevon den. De woorden "binnen afzienbare tijd" wil spreker gaarne onderstrepen. Hij is het hiermede roerend eens. Wellicht dat dit punt beter bij de begrotingsbehandeling ter sprake kan wor den gebracht, doch spreker wil er vooraf toch wel over zeggen, dat hij gro te bezwaren heeft, zowel hygiënische als esthetische, tegen deze manier van vuilverwerking. Naar zijn oordeel kan men bij de put van Rasenberg niet over vuilverwerking spreken. Wethouder MEIJS zegt, dat de put van Rasenberg achteraf veel te ondiep is gebleken en daardoor veel te snel vol zal zijn. Dit is echter een reden te meer om binnen afzienbare tijd uit te zien naar andere wegen voor vuilver werking. Er zijn vele methoden. Het is echter de heer Kramer bekend, dat burgemeester en wethouders dit geval in studie hebben. Er is inmiddels nog een mogelijkheid bijgekomen, waarvan de commissie nog niet op de hoogte is. Spreker deelt mede, dat burgemeester en wethou ders hopen binnenkort aan de raad een voorstel in deze aangelegenheid te kunnen doen. Spreker gelooft, dat de begrippen huisvuil, bedrijfsvuil en grofvuil geen moeilijkheden opleveren. Iedereen weet wat hiermede wordt bedoeld. Het kan zijn dat te zijner tijd overwogen moet worden hierin verandering te brengen, doch thans zou spreker dit gaarne zo laten. De heer KRAMER merkt op dat het niet helemaal waar is, wat de wet houder stelt. Hij zegt n. 1. dat spreker alles weet en daarna dat er iets nieuws is bijgekomen, waarvan hij nog niet op de hoogte kan zijn. Spreker hoopt dat hij alles eens een keer te weten komt, zodat er een keus gedaan kan worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 337