372 17 NOVEMBER 1965. Tot slot vraagt spreker, naar aanleiding van het gestelde, dat particu liere bureaus 75% subsidie van het rijk krijgen en dat dit naar verwacht wordt in de naaste toekomst verhoogd zal worden tot 90%, of deze subsidië ring niet zou gelden voor een gemeentelijk bureau, maar wel voor een ge meentelijke stichting of voor een instantie, die als overkoepelend orgaan optreedt. Wethouder BASTIAENSEN antwoordt, dat een gemeentelijk bureau na tuurlijk ook subsidie krijgt, mits het voldoet aan de voorwaarden in de sub sidieregeling gesteld. Aan de heer Kramer antwoordt spreker, dat de school psycholoog bij het beoordelen van een kind wordt betrokken op verzoek van de school of de ouders van het kind. Niet duidelijk is hem, waarom de schoolpsycholoog hier zou komen op het terrein, dat van de particulier is, omdat van de particuliere stichtingen geen cliënten worden weggenomen. De school moet over het algemeen zelf bepalen waar ze naar toe wil gaan. Er is een aantal scholen, dat gebruik maakt van het instituut te Tilburg en een groot aantal dat op eigen gezag, zonder dat daarvoor reclame gemaakt wordt, gebruik maakt van de diensten van de schoolpsycholoog. Hij vraagt wethouder van Boxtel, die deze portefeuille beheert, dit nog nader toe te lichten. Wethouder VAN BOXTEL zegt, dat de activiteit van de schoolpsycholo gische dienst binnen de gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst zich meestal beperkt tot het leerplichtige kind. Het is duidelijk, dat er een gesprek plaatsvindt en dat de activiteit zich niet beperkt tot het beluis teren van het borstje, het knietjes voelen e. d. Het gaat beslist te ver als hier gesteld zou worden, dat een beperking op dat gesprek zou moeten wor den gelegd. Het wordt een rem voor dat gesprek, als daarbij niet gevraagd zou mogen worden naar zaken, die zouden kunnen liggen op het terrein of verwant zijn aan of ingrijpt in de schoolkeuze. Dit zijn zaken, die ten nauwste met elkaar verweven zijn. Hij gelooft, dat het een normale zaak is als hierover met de ouders gesproken wordt. Dit is ook een van de titels, waarom op het ogenblik in de situatie van de status quo zo wordt vastgehouden aan het advies van in ieder geval de psycholoog en de arts. Deze tezamen vormen een unit die de ouders en het kind tege moet treedt. Als men over een schoolpedagoog spreekt, dan is dat een zaak, die men ge makkelijk kan losdenken van de medische activiteit van de arts of de semi- medische activiteit van de psycholoog. Met een potlood en een lineaal is geen terreinafbakening aan te geven. Spreker gelooft, dat het verstandig is als de raad daaraan niet te zwaar tilt. Uit gesprekken, die vroeger met de instituten gevoerd zijn, is duidelijk geworden zegt spreker, dat zij de concurrentie van geen betekenis achten. Het college heeft toen gesteld bereid te zijn het minimaal tarief van het gewestelijk arbeidsbureau over te nemen, doch men stond daarop bepaald niet. Er werd toen medegedeeld, dat men van de activiteit van de school psychologische dienst hoegenaamd geen concurrentie ondervond en dat is dan ook de reden geweest waarom het college geen tarief heeft vastgesteld. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 372