17 NOVEMBER 1965.
383
70. WIJZIGING VAN HET RAADSBESLUIT VAN 13 OKTOBER 1965 INZA
KE GARANTIEVERLENING T.B. V. DER.K. WONINGBOUWVERENI
GING ST. LAURENTIUS.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
RONDVRAAG.
De heer SPANIER zegt, dat aan de in bedrijf zijnde ketel in het ketel
huis aan de Zeebruggestraat met tussenpozen van enkele dagen een storing
optreedt, die steeds hetzelfde onderdeel betreft. Een duidelijke zaak vindt
hij het, dat dit voor de bewoners van de op dit ketelhuis aangesloten wo
ningen hoogst onaangenaam is en bovendien dat het uit een oogpunt van
aantrekkelijkheid voor de zo gewenste doorstroming naar dit type woningen
hoogst ongewenst is.
Daarom vraagt hij:
a. wat inmiddels gedaan is of op korte termijn gedaan zal worden om de
ze onaangename stoornissen te voorkomen;
b. wat er de reden van is, dat in bedoeld ketelhuis de tweede verwarmings
ketel nog steeds niet gereed is;
c. of hier geen sprake is van overschrijding van de levertijd door de leve
rancier;
d. de vastgestelde datum, waarop de tweede ketel op zijn laatst moet ge
reedkomen.
De heer SPANJER zegt enkele vergaderingen geleden een vraag gesteld
te hebben over het plaatsen van verplaatsbare wachthuisjes bij de verschil
lende bushalten van de B.B.A. Hij verzocht hieromtrent contact op tene-
men met de B. B. A. Op deze vraag heeft hij nog geen antwoord gekregen.
Mevrouw VAN MIERLO zegt, dat in de artikelen 1 en 3 van de verorde
ning tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van
schoolgelden aan de gemeentelijke scholen voor kleuteronderwijs gesproken
wordt over voogden en toegewezen voogden. Naar haar opinie zou er on
derscheid gemaakt moeten worden tussen ouder-voogden en toegewezen
voogden, omdat het volgens haar niet de bedoeling kan zijn, dat de laat-
sten verantwoordelijk gesteld worden voor de betaling of het vragenvan
vermindering van schoolgelden voor degenen over wie hij gesteld is. Het
komt voor, bij gebrek aan voogden, dat de ambtenaar voor de kinderwet
ten zo'n 200 kinderen onder zijn toezicht heeft. Die man zou hoofdelijk
verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor de betaling c.q. het vragen
van vermindering van schoolgelden. Zij vraagt deze zaak nog eens opzijn
juridische merites te laten bekijken.
De heer VAN GASTEL zegt, dat vaak ernstige hinder wordt ondervon
den van vracht- en bestelwagens die vooral gedurende het weekend pal voor
een woning worden geparkeerd, zodat aan de bewoners het uitzicht wordt
ontnomen. Hij vraagt dit toenemend euvel te verhelpen, door in de a.p.v.
een bepaling op te nemen, waarbij het wordt verboden een voertuig voor
een woning te plaatsen, zodanig dat daardoor voor de bewoner het uitzicht