413
15 DECEMBER 1965.
Tegenwoordig: MEVR. TH. M. M. DE BONTE - DE MUNNIK, MEVR.
S.C.M. KRENS - WAGTMANS, MEVR. M. W.B.A. VAN MIERLO - MUT-
SAERS, MEVR. A. WIJN - DE BOER, en de heren: MR. G. W. A. BARIJ",
MR. K.A.M. BASTIAENSEN, J. E. F. BA YENS, T.M. TER BERG, H.BIE-
MANS, W.C.A.M. VAN BOXTEL, H. BROEDERS, J. M. VAN BIJNEN,
DRS. J. W.C. VAN CASTEREN, P. J. VAN CAULIL, C, A. VANDUIJL.C.
VAN DEN EEDEN, TH.W. FRUMAU, J.W.A. VAN GASTEL, MR. R.A.
H.M. GIELEN, N. W. C. VAN GISBERGEN, L. J. F. KOERTSHUIS, A. B.
KRAMER, A. KROON, A. W. VAN LOON, J. M. LOUS, J. MARYNISSEN,
F.J. MELZER, A. MENDES, J. A. ME1JS, P. F.C. NIEUWLAAT, J. H.M.
QUADEKKER, D.J. RENOOIJ, A. SPANJER, J.F.V. VERMEULEN, DRS.
P. VIS, DRS. Y. P. W. VAN DER WERFF, DRS.'N.H. ZIJTREGTOP.
Afwezig: de heren J. VERSCHUREN en W. VAN DER ZWAN.
VOORZITTER: de heer Mr. Dr. R. M. A.A. Geuljans
SECRETARIS: de heer Drs. J. P. A. van den Dam.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waar
van de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor
de vergaderingen van de gemeenteraad.
Bericht van verhindering is binnengekomen van:
de heren J. Verschuren en W. van der Zwan.
De voorzitter stelt aan de orde de algemene beschouwingen in verband
met de begroting voor het dienstjaar 1966.
De heer BROEDERS zegt:
"Mijnheer de voorzitter",
Graag wil ik bij het begin van deze algemene beschouwingen een verkla
ring afleggen, waarbij ik mij in het bijzonder richt tot de leden van Uw
college. Ik neem aan, dat U mij op mijn woord zult geloven als ik U zeg,
dat ik geen tijdbommen - of soortgelijk wapentuig - bij me heb. Door
mij wordt géén aanslag beraamd op Uw college of een van de leden daar
van.
Als er in mijn algemene beschouwingen hier of daar een kritische kant
tekening wordt geplaatst, dan is dat een gevolg van het kritisch doch po
sitief meedenken over de ontwikkeling van stad en gewest.
In de nota van aanbieding wordt gesteld, dat de begroting voor het dienst
jaar 1966 de laatste begroting is die in de thans lopende zittingsperiode
van de raad wordt behandeld. Voor Uw colleges is dat aanleiding, om een
terugblik te werpen op het financieel beleid in de afgelopen jaren en ach
teraf alsnog een samenvattende verantwoording te geven.
Door Uw college wordt eveneens gesteld, dat de begroting niet alleen
dient ter vaststelling van de financiële beleidslijnen, doch dat dit stuk een
minstens zo belangrijke functie heeft ter vaststelling van het werkschema
voor Uw college, dat met de uitvoering daarvan is belast.
Dit werkschema wordt - als ik het goed zie - nader uitgewerkt envast-
gesteld in vele voorstellen, die in de loop van het jaar aan de raad ter be-