414 15 DECEMBER 1965. slissing worden voorgelegd. Zo gezien zou het ook zin hebben om een samenvattende verantwoording te geven van het werk, dat in deze zit tingsperiode op velerlei terrein werd voortgezet, afgerond of begonnen. Daaruit zou duidelijk kunnen worden, of de gemeente-financiën, bin nen het kader van de mogelijkheden, doeltreffend worden aangewend ten bate van de stad en haar bewoners. Alhoewel ik voor mijzelf een zodanig beknopt overzicht heb opge steld, zie ik toch af van een opsomming daarvan bij deze algemene be schouwingen. Zonder al te veel bezwaren kan en wil ik deze zelfbeper king in acht nemen. Bijzonder veel waardering heb ik voor de schriftelijke voorbereiding van deze begrotingsbehandeling. De nota van aanbieding geeft in kort bestek een duidelijk inzicht in de hoofdlijnen van het financieel beleid, terwijl de nieuwe methode van samenvoeging van het verslag van het on derzoek der begroting en Uw antwoord daarop, de overzichtelijkheid zeer ten goede komt. Het geheel is dermate zorgvuldig opgesteld en verwerkt, dat ik daar voor een bijzonder woord van dank wil richten aan Uw college en de ambtenaren die daaraan hebben meegewerkt. Ingaande op de voorliggende stukken wil ik enkele zaken nader bespre ken, waarbij de volgorde geen waardering naar belangrijkheid inhoudt. METHODE VAN BEGROTINGSBEHANDELING. Als ik de nota van aanbieding goed lees, dan dienen naar het oordeel van Uw college bij de behandeling van de begroting, de hoofdlijnen van het financieel beleid en het daaruit voortvloeiend of er verband mee hou- dend werkschema, aan de orde te komen. Een te vérgaande detaillering dient te worden voorkomen. In Uw antwoord op het verslag van het begrotingsonderzoek lees ik op pagina 7 het zacht verwijt, dat de raad zich daarop nog niet voldoende heeft ingesteld. Een begrotingsbehandeling die nog duidelijker is ingesteld op de hoofdlij nen van het beleid zou mijns inziens aan waarde winnen. De raad dient aan zichzelf hoge eisen te stellen inzake het duidelijk en efficiënt wer ken. Toch wil ik erop wijzen, dat de kleine zaken ook recht op onze vol le aandacht hebben. Ook in de gemeente-politiek geldt: "Wie het klei ne niet eert, is het grote niet weerd". In vele jaren is de gewoonte gegroeid, dat juist bij een begrotingsbe handeling de raadsleden aandacht schenken aan en informatie vragen over detailkwesties. De rondvraag na elke raadsvergadering is nuttig, maar biedt naar mijn mening in dit opzicht toch te weinig mogelijkheden. De begroting zelf roept namelijk deze vragen op. Ik neem aan dat Uw college graag wil tegemoetkomen aan het recht op informatie van de raad. Dat houdt mijns inziens dan tevens in, dat bij verandering van de begrotingsprocedure, in redelijke mate tegemoet dient te worden gekomen aan het verlangen van raadsleden, geïnformeerd te worden over technische details.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 414