15 DECEMBER 1965. 429 stuurlijke structuur van de gehele baronie oftewel het stadsgewest. Als wij er niet in slagen een bestuurseenheid tot stand te brengen die aange past is aan de sociaal-economische en ruimtelijke schaalvergroting, dan zal binnen niet al te lange tijd de ruimtelijke ontwikkeling in de baronie ons voor onoplosbare problemen plaatsen. Een duidelijke aanwijzing in dit opzicht is de in de laatste jaren opge treden vertraging in het intergemeentelijk structuuroverleg, met als onaan genaam gevolg dat de gebiedsruil waarover met de gemeente Prinsenbeek zo snel overeenstemming was bereikt, moeilijker te verwezenlijken is. Het overlegorgaan planologische vraagstukken is in de huidige situatie niet meer bij machte om aan het intergemeentelijk structuuroverleg op adequate wijze gestalte te geven. Dit wordt door burgemeester en wethou ders in de memorie van antwoord ook wel erkend, zij het nog wat schoor voetend. Op pagina 25 staat n. 1. - de heer Broeders heeft het ook reeds geciteerd: "Nu het stadium aanbreekt, waarin het streven naar eenheid in ruimtelijk beleid gestalte moet gaan krijgen in definitieve plannen, lijkt het ons, in het belang van een effectieve samenwerking, zaak dat wordt gezocht naar een meer formeel bestuurlijk coördinatiepunt". Daarmee is een voorzichtige stap in de goede richting gezet. Enige tijd geleden heeft Prof. Lambers een rede uitgesproken over het actuele en modieuze onderwerp "schaalvergroting". Daarin trof mij de volgende zinsnede: "Voor het individu lijkt mij de meest algemene ervaring tegenover de schaalvergroting de onherkenbaarheid, de ondoorzichtigheid. Elk indivi du is gehecht in een reeks van verhoudingen en denkt in de proporties waar in net jaren is opgevoed. Elk verbreken van die proporties is een geestelij ke daad, voor velen zelfs een langdurig geestëlijk proces dat voorbereiding vergt". Als gemeenschap, als stadsgewest Breda, kunnen we ons op dit ogenblik een langdurig geestelijk proces ten aanzien van een nieuwe bestuursvorm niet meer veroorloven. Er wordt de nodige daadkracht van ons gevraagd om het vertrouwde gemeentelijke patroon te doorbreken. Dat is te meer noodzakelijk omdat de schaalvergroting zich reeds voordoet, inclusief de daarbij behorende ondoorzichtigheid. De raad zal ongetwijfeld begrijpen dat ik nu in het bijzonder denk aan onze ervaringen met het zogenaamde groenplan en met het streekstructuurplan. In de provinciale welvaartsbalans wordt dan ook terecht gewezen op de noodzaak van een overzichtelijke bestuurlijke structuur. Hoewel daarbij niet concreet wordt aangegeven welke bestuurlijke structuur voor onze pro vincie de voorkeur verdient, kan anderzijds worden vastgesteld dat er op dit ogenblik een duidelijke tendenz waarneembaar is in de richting van bovengemeentelijke organen op grond van de wet gemeenschappelijke re gelingen. Het komt mij voor dat een dergelijk bestuurslichaam ook voor het stads gewest Breda de meest aangewezen vorm is en ik zou gaarne hierover het oordeel van burgemeester en wethouders vernemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 429