433
15 DECEMBER 1965.
Wordt over het probleem van de vuilverwerking ook overleg gepleegd met
de omliggende gemeenten?
Het antwoord dat door burgemeester en wethouders is gegeven op de
vraag of zij het voor Breda bereikbaar achten dat in 1970 de kwantitatieve
woningnood zal zijn opgeheven, klinkt bemoedigend. Betekent dit tevens
dat in de komende jaren een geleidelijke opvoering van het aantal af te
breken krotwoningen mogelijk zal zijn?
Evenzeer bemoedigend is de ontwikkeling ten aanzien van het hoog-
spoorplan. De ondertekening van het contract met de Nederlandse Spoor
wegen heeft plaatsgevonden, zodat er een aanvang kan worden gemaakt
met de uitvoering van dit voor Breda zo uiterst belangrijke project.
Ook de afgelopen week heeft ons enkele verheugende berichten gebracht,
namelijk over de rijksgoedkeuringen voor de verbouwing ten behoeve van
de "toeristische hogeschool" en voor de bouw van de congreshal. Wat de
ze laatste betreft, werd mijn verheugenis weer getemperd bij het verne
men van de bouwkosten, die thans op ongeveer 6 miljoen gulden worden
geraamd. We zijn hiermee destijds zo eenvoudig begonnen, maar allengs
is het een steeds duurder project geworden.
Kunnen burgemeester en wethouders de raad spoedig inlichten over de de
finitieve vormgeving alsmede over de hierlqij aangepaste exploitatie-op -
zet. Bestaat de verwachting dat de voor dit doel in de begroting opgeno
men stelpost van 130. 800, - nog toereikend is?
Mijnheer de voorzitter, in de nota van aanbieding wordt aan de raad
voorgehouden dat bij de behandeling van de begroting een zekere zelfbe
perking in acht moet worden genomen. Een zelfbeperking welke tot uit
drukking zou moeten komen in de behandeling en bespreking van de gro
te lijnen en het vermijden van te ver gaande detaillering. Ik wil daar
gaarne gevolg aan trachten te geven. Met betrekking tot het financiële
beleid lijkt dat niet zo'n moeilijke opgave. Het financiële beleid, zoals
dat in het bijzonder sedert 1962 is gevoerd, heeft in grote lijnen de instem
ming van mijn fractie. Er zijn bij deze begroting enkele wijzigingen in
aangebracht: de berekening van de ontwikkeling van het budget op lange
re termijn (een succesvolle methode) is verfijnd; de fixatie van deruimte
voor onrendabele investeringen op 9,5 miljoen gulden is losgelaten (een
door mij enkele malen naar voren gebrachte wens) en zal nu jaarlijks met
ölfo stijgen; de behoeftenplanning zal uitgebreid worden tot de geldelijk
rendabele investeringen. Het zijn alle drie wijzigingen waarmee mijn
fractie zich geheel kan verenigen.
De begroting kon sluitend worden opgesteld dank zij aanpassing van de
eigen inkomsten (ditmaal door verhoging van de straat- en rioolbelasting)
en door beperking van de stijging van de uitgaven, waarop - zo wordt in
de nota van aanbieding gesteld - nog meer dan in voorgaande jaren de
bijzondere aandacht gevestigd is geweest. Het blijkt onder andere uit het
wegvallen van een aantal subsidies op onderwijsgebied. Uitgaande van de
grote wenselijkheid om te komen tot een sluitende begroting, moet mijn
fractie de noodzakelijkheid van deze maatregelen erkennen.