437 15 DECEMBER 1965. Toen ik voor de eerste maal in deze zittingsperiode, als fractievoor zitter de algemene beschouwingen moest houden, heb ik gesteld dat ik mij zou trachten te houden aan de grote beleidslijnen, welke uit de geprodu ceerde cijfers, met de daarbijbehorende toelichting naar voren komen. Vorig jaar heb ik getracht aan te tonen, dat de taak van het raadslid hoe langer hoe moeilijker wordt om deze beleidslijnen te onderkennen. U zult zich herinneren, dat ik daarbij een artikel aanhaalde uit "De Magi stratuur" waarin gesteld wordt, dat onder meer het bestuursamateurisme aan het verdwijnen is en de raad die volgens de wet nog steeds het hoogste bestuurscollege is, hoe langer hoe meer een controle-orgaan dreigt te wor den. Ik roep dit even in herinnering, omdat ik meen dat Uw college mijns inziens er bijzonder goed in geslaagd is, door de wijze van opzet van de nota van aanbieding en ook door het vraag en antwoordspel, een zeer dui delijk beeld te geven van de grote lijnen van het gemeentelijk financieel beleid in het verleden en in de naaste toekomst. Belangrijk is allereerst dat alle begrotingen in deze zittingsperiode slui tend konden worden samengesteld. Gelukkig behoefden wij tot dusver geen gebruik te maken van aanvullende bijdragen door wethouder Meijs destijds als het zogenaamde "vagevuur" aangeduid. Weliswaar werden wij in deze zittingsperiode elk jaar opnieuw geconfronteerd met het vinden van bepaal de dekkingsmiddelen in de speelruimte welke aan de gemeente nog wordt opengelaten naast de uitkeringen uit het gemeentefonds. Zo moesten wij voor het eerst in 1962 voor de begroting van 1963 een serie maatregelen nemen welke in totaal een bedrag van ruim 900. 000, - om precies te zijn 927.400, - beliepen. Voor 1964 werden een serie maatregelen voorgesteld, welke eveneens een verhoging van bepaalde tarieven en rechten noodzakelijk maakte, ter wijl in dat jaar tevens de straatverlichtingskosten in de bedrijfsexploitatie werden ingebracht. Voor het jaar 1965 stonden weer belangrijke maatregelen op het spel, waarvan ik noem verhoging van diverse rechten en belastingen maar te vens zoals Uzelf aanduidde een meer kritische beoordeling van de uitzet ting van het budget op alle begrotingsonderdelen. Het is duidelijk, dat diverse maatregelen van de zijde van de raad eni ge weerstand ondervonden en op enkele punten dan ook werden afgezwakt. Ook onzerzijds werd enige malen bezwaar aangetekend tegen bepaaldever- hogingen van diverse rechten, terwijl wij met name zeer veel bezwaar had den tegen de maatregel ten aanzien van de straatverlichtingskosten. Het is U bovendien bekend, dat wij bij de uitzetting van het budget op verschillende onderdelen, met Uw college van mening verschilden, ten aan zien van de noodzaak van een steeds verdere overheidsbemoeiing in bepaal de sectoren van het maatschappelijk- en culturele leven. Afgezien van bovenstaande kritische opmerkingen, zijn wij met Uw college van mening, dat het gevoerde beleid in grote lijnen juist is ge weest. Zeer zeker willen wij niet de weg op van het exact volgen van de mi nisteriële aanwijzingen met het opstellen van zogenaamde "wensbegrotin-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 437