444 15 DECEMBER 1965. gedurende deze zittingsperiode, deze portefeuille voor het eerst afzonder lijk beheerde. Nu heb ik dus wel iets over de portefeuille van wethouder van Bijnen gesteld. Een vorige maal hebt U de opmerking gemaakt, dat ik daarover niets ge zegd had. VERVOERBEDRIJF. Ten aanzien van vuilafvoer en vuilverwerking, zijn zoals uit het cen traal rapport blijkt, van meerdere zijden in het algemeen veel vragen ge steld. De tendensz van al deze vragen gaat onzes inziens in de richting, dat vele leden van de raad zich ongerust maken over het beleid van de naaste toekomst ten aanzien van afvoer en verwerking van het huisvuil. Ook door onze fractie is teleurstelling uitgesproken, dat nog steeds geen beleidsnota aanwezig is, waarover de raad zich zal kunnen uitspreken. Een vergelijking met het onrendabele investeringsplan van vorig jaar en dat van thans, geeft slechts te zien dat Uw college ten aanzien van een vuiiverwijderingsbedrijf onder C 5 een opschuiving naar een vroeger tijd stip heeft gepland, hoewel de bedragen aanzienlijk lager zijn gesteld, dan in Uw vórig plan. Misschien is het Uw college mogelijk nog voor de hoofdstuksgewijze behandeling, meer concrete gegevens te verstrekken, hoewel wij ons gaarne het recht voorbehouden ook dan hierop nog nader terug te komen. STADSSCHOUWBURG EN DE BEYERD. Met belangstelling heeft mijn fractie kennis genomen van het verslag van de raad voor de beroepskunst, alsmede van de exploitatiecijfersvan de Stadsschouwburg en de Beyerd. In het algemeen kan onzes inziens gesteld worden, dat het zogenaamde open-schouwburgbeleid, geslaagd mag worden genoemd. Wij behouden ons gaarne het recht voor bij verschillende detailpunten bij de behande ling van de volgnummers 566 en 568 nader op een en ander terug te ko men. Ik wil mij in deze algemene beschouwingen slechts beperken tot de volgende opmerkingen: In de loop der laatste jaren is het gemeentebestuur steeds meer en meer zelf betrokken bij het te voeren cultureel beleid. Na de stichting van het cultureel centrum de Beverd en de overname van de Stadsschouwburgen in de naasteitoekomst de congres- en tentoonstellingshal annex concert zaal, voert de gemeente hoe langer hoe meer een actief cultuurbeleid, hetgeen gezien het gehele verloop der laatste jaren, ook moeilijk op an dere wijze was te realiseren. De instelling van een Raad voor Beroeps- kunst, die Uw college adviseert, had dan ook onze volle instemming. Hoewel de samenstelling van deze raad ook historisch is gegroeid en als zodanig verklaarbaar is, zouden wij toch gaarne zien dat in de toekomst ook een plaats werd ingeruimd aan het protestants christelijk element. U zult het met ons eens zijn, dat alle cultuur te maken heeft met het le venspatroon, met de geestelijke achtergrond van een volk, van een ge neratie van een groep. Zij beïnvloedt dat patroon, maar tegelijkertijd ondergaat de cultuur de invloed van de levensopvattingen van de burgerij.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 444