450 15 DECEMBER 1965. der wethouders afwezig is. a ee Tot slot van mijn beschouwingen spreek ik gaarne de wens uit dat degoe- m de onderlinge verhoudingen ook in dit laatste zittingsjaar behouden zullen bt blijven. Uw college en de ambtenaren dank ik voor het belangrijk werk In dat zij verrichten voor onze gemeente Breda. Tevens voor de prettige til sfeer gedurende de onderlinge contacten. de na De heer QUADEKKER zegt: 3 "Mijnheer de voorzitter zei de heer Vis dat hij het wat moeilijk vond om dc na het intense uitputtende betoog van de heer Broeders als tweede achter Ni deze catheder plaats te nemen. Ik behoef U niet te vertellen hoe ik me bi voel. Ik ben nu eenmaal altijd nummer 5 en zal het ook deze laatste keer ei als nummer 5 moeten doen. Hoewel ik nooit vermoed had het bij de laat- Ik ste begrotingsbehandeling van deze zittingsperiode te kunnen zeggen is het Ni toch mogelijk gebleken: ik sta hier voor U als de oudste fractievoorzitter- ie in-functie. Heer Broeders trad met heer Kroon in 1962, heer Vis in 1960 or en heer Melzer in 1959 voor het eerst op in deze functie en ikzelve be- ve trad reeds in 1958 tijdens de begrotingsbehandeling dit strijdperk. ge Alleen wethouder Meijs heeft 8 jaar lang op zijn stoel mij van mijn stoel m zien komen om mijn algemene beschouwingen te houden. ee Het komt U misschien voor dat ik dit vermeld om mij op te beroemen, Ve maar niets is minder waar. vc Het is gebleken dat de stoel van fractievoorzitter een zogenaamde promo- te: tiestoel is en dat men slechts weggepromoveerd wordt, 6f als wethouder, bf als minister of naar een welverdiende luie stoel als pensioengenieter. Het is dus 8 jaar lang gebleken dat ik dit niet heb ktinnen halen en zo zult an U deze maal weer met mij genoegen moeten nemen en zult U, op dit late ee uur nog even verzocht worden mijn min of meer onsamenhangend verhaal ke aan te horen. ha soi Evenals vorig jaar wil ik beginnen met mede te delen mijnheer de Dc voorzitter, dat ik in het 145 pagina's dikke vraag- en antwoordboek (een op prima verbetering tegenover vorige jaren) niet voorkom. Deze mededeling Er voorkomt wellicht onnodige opmerkingen, be- of aanmerkingen zoals er de enige jaren geleden plaatsgehad hebben. de Het was niet, omdat ik geen vragen had, doch omdat mij te enen male de tijd ontbroken heeft, alle stukken tijdig te bestuderen om zinnige vragen te kunnen formuleren. hu Het zij mij thans toegestaan mijn grote waardering uit te spreken voor de da inhoud der stukken, de wijze van opstellen en rangschikken der cijfers en we de overzichtelijke samenstelling die een goed beeld geeft van Uw beleid va en de situatie waarin de gemeente Breda verkeert. Dat de situatie in finan- he cieel opzicht gesproken niet zo rooskleurig is, is een oud nieuwtje. Hier- he mede bevinden wij ons met andere gemeenten in een heel groot en toch po ook goed gezelschap, maar het gezelschap dat een sluitende begroting En aanbiedt wordt wel steeds kleiner. Dat dit ook dit jaar weer zo is, zij het va nog steeds door het elimineren van héle grote posten, (waar wij dan een- M; voudigweg van zeggen: dit zijn te grote uitgaven om door Breda alleen te He laten dragen), stemt tot een gematigde vreugde. aa m< Het werken met een investeringsplan, mijnheer de voorzitter, blijkt ge

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 450