15 DECEMBER 1965.
451
een onmisbare zaak te zijn geworden. Hieraan kan men, op ieder gewenst
moment, zien waar wij naar toe gaan, waar wij naar streven, wat haal
baar is en in welk tijdsbestek.
In dit sluitend maken spelen altijd verhogingen binnen het eigen belas
tinggebied een min of meer voorname rol en in dit verband komt bij mij
de eerste vraag om de hoek kijken, een vraag voor de wethouder van fi
nanciën:
3 jaar lang was het verhogen van het rioolrecht de sluitpost. Vorig jaar is
door de raad becijferd dat te hoog was gegrepen met het aanslagvoorstel.
Nu zou ik graag de cijfers willen zien, naast elkaar, dus de raming van
burgemeester en wethouders toen de benadering door de raad en de uit
eindelijke werkelijke opbrengst.
Ik heb namelijk de idee dat de stilte op dit gebied een verrassing inhoudt.
Nu ik toch de portefeuille van financiën heb aangeroerd wil ik graag nog
iets zeggen over een ander onderwerp. Breda heeft nog steeds kans gezien
om aan "geld" te komen en zo is kortelings een nieuwe lening uitgeschre
ven. Het tijdstip viel wat ongelukkig uit door andere gelijktijdige lenin
gen, de koers van uitgifte moest ook hierdoor worden verlaagd, doch wat
mij interesseert isWat is er waar van het verhaal dat er maar, zoals de
een fluistert 15% en de ander zegt 40% op deze lening is ingetekend?
Verliest Breda hierdoor op de geldmarkt niet zijn gezicht, mijnheer de
voorzitter, nu ook blijkt dat de regering verboden heeft aan de gemeen
ten om verdere pogingen op dit terrein te ondernemen?
Het deed mij goed mijnheer de voorzitter te constateren dat de zware
ambtelijke taal hier en daar wordt doorbroken om plaats te maken voor
een beslist geestig antwoord zoals onder volgno. 2 hoofdopenbare wer
ken, waar Uw college de verzekering geeft dat hls er al sprake is vaneen
halve schrijver, dit niet als een gevolg van chirurgische ingrepen op per
soneel Uwerzijds moet worden gezien.
Doch het gaat mij weer iets te ver, wanneer U in Uw nota van aanbieding
op bladzijde 41 het openbaar badhuis betiteld met openbaar slachthuis.
Er wordt wel gebaad door beide geslachten en$J kunt er slechts in slagen
de baten te verhogen door iets op de tarieven te leggen. Ik denk zo dat
deze woordverschuiving is ontstaan.
Sprekend over het badhuis kom ik met mijn gedachten op de water
huishouding en wij hebben de laatste dagen kunnen constateren dat on-
danks het zéér hoge water, ondanks het noodweer en ondanks de Noord
westenwind, de wateroverlast vergeleken bij de voorbije jaren is meege
vallen, een enkele uitzondering de Hoge Vucht daargelaten. Toch moet
het mij van het hart mijnheer de voorzitter dat ik het niet eens ben met
het naar een later tijdstip verplaatsen van de vernieuwing van de Haag-
poortbrug.
En naast de vele geëffectueerde verbeteringen blijft het tweede gedeelte
van de Baronielaan (ik bedoel van het Engelbert van Nassauplein tot het
Mastbos) nog een grote zorg.
Het is mij bekend dat diverse personen geen medewerking willen verlenen
aan de zo noodzakelijk te treffen maatregelen, en bij mij rijst de vraag:
moeten zij niet tegen zichzelf worden beschermd? Zijn er geen maatre
gelen te bedenken waardoor zij gedwongen worden mede te werken en