16 DECEMBER 1965.
461
meentelijk is. Spreker wijst ook op het groenplan met zijn eindeloze
strijd tussen recreatie- en landbouwbelangen.
Er zal zeker behoefte bestaan aan de instelling van een bovengemeen-
telijk stedebouwkundig coördinator, die vanuit een visie op het geheel
een conceptie kan formuleren ter confrontatie aan de betrokken gemeen
tebesturen. Maar dat is geheel iets anders dan dat ieder gemeentebestuur
met een eigen visie op tafel komt en men moet trachten die visies van
de gemeenten tot een geheel te vormen. Dat is zeer moeilijk.
Zo ver is het overlegorgaan nog niet. Als spreker daarover toch aan
het overwegen is, wil hij nog eens wijzen op de historie. Het overleg
orgaan is niet zo'n onbevrucht ei geweest, als hier wel is gesuggereerd.
Als spreker bijvoorbeeld denkt aan hetgeen is gepresteerd op het gebied
van de grenswijzigingen, noemt hij Nieuw-Ginneken, Teteringen en
Prinsenbeek. Het gaat hier om werken, die alle van goede verhoudingen
blijk geven. Spreker wijst op een recent raadsbesluit om op fifty-fifty -
basis medewerking te verlenen aan de verbetering van de Mark. Echte
rekenmeesters zouden daar dagen over hebben kunnen bakkeleien; in dit
geval is men gemakkelijk tot overeenstemming gekomen. Dat Etten en
Leur nog altijd ontwikkelingskern is dankt men toch zeker óók aan de
medewerking van de W. E. B. en overlegorgaan, want het is bekend, dat
staatssecretaris Bakker, toen hij nog fungeerde, van plan was deze ont
wikkelingskern zo snel mogelijk te doen aflopen.
Maar er is nog altijd in Etten industriële ontwikkeling en dat kunnen
wij met een zekere grootmoedigheid ook wel zien en aanzien, want als
het Etten en Leur goed gaat, gaat het Breda ook goed en omgekeerd.
Spreker meent dan ook te moeten zeggen, dat ook Breda bij tal van ge
legenheden het goede voorbeeld heeft gegeven.
Na dit historische survey van hetgeen wel en niet is gebeurd, komt
spreker tot de uitspraak van burgemeester en wethouders: "wij streven
desalniettemin naar een nieuw bestuurlijk coördinatiepunt. En de raad
vraagt met goed recht; "Wat houdt dat nu in? Wij willen op dit punt wel
iets concreets vernemen omtrent de approach van het Bredase gemeente
bestuur".
Dan valt het woord "Eindhoven", misschien is dat wel een school
voorbeeld en dan is het misschien wel goed eens te zien wat er in Eind
hoven nu eigenlijk is gebeurd. Er bestaat namelijk steeds begripsverwar
ring bij de termen intergemeentelijk en bovengemeentelijk.
Bovengemeentelijke organen hebben ten doel de behartiging van het
streekbelang. Beoogd wordt deze lichamen meer bevoegdheden te geven
dan aan de organen van de samenwerkingslichamen. Voor een bovenge
meentelijk lichaam is een wet nodig, zoals de wet op het openbaar li
chaam Rijnmond. Dit is een bescheiden begin, want de Rijnmondraad kan
aan de omliggende gemeenten richtlijnen en aanwijzingen geven.
Intergemeentelijke regelingen kunnen slechts die doeleinden nastre-