16 DECEMBER 1965.
463
Etten, Prinsenbeek, Nieuw-Ginneken, Teteringen, Terheijden en Ooster
hout. Maar het is bekend, dat vanwege de provincie wel degelijk wordt
gewezen op de relaties tussen Breda, Oosterhout en de Dongemond. Het
gemeentebestuur van Etten en Leur laat niet na attent te maken op de so
lidariteit en de gehechtheid aan Breda, maar Breda heeft nauwelijks rela
ties met Rucphen en Oudenbosch, waarmede alweer als aanrakingspunt
verschijnt Roosendaal.
Als burgemeester en wethouders zich, wat het nieuwe orgaan betreft,
beperken tot de eerstgenoemde gemeenten is dat werkelijk een keuze.
Dan worden dus niet de ogen gesloten voor bredere belangen, die andere
gemeenten in de Baronie hebben, maar die moeten dan door een andere
vorm van samenwerking of overleg worden gediend, maar niet in een or
gaan als het onze.
Het orgaan, dat burgemeester en wethouders voor ogen staat, komt dus
wel degelijk overeen met het stramien van dat voor de agglomeratie Eind
hoven.
Spreker hoopt, dat hij over deze aangelegenheid duidelijk is geweest;
uiteindelijk zal er met de raad nog eens moeten worden gesproken over
deze visie en of deze de instemming heeft van de raad.
Dan is er door verschillende fractievoorzitters gesproken over de public
relations. Burgemeester en wethouders hebben al vaak hun mening hier
omtrent uiteengezet, en zij voelen dan ook absoluut geen behoefte aan
een nieuwe functionaris voor public relations. Burgemeester en wethouders
zijn er zich van bewust, dat een dergelijke duizendpoot eigenlijk niet kan
bestaan en dat deze verzorging geheel moet worden gezien in de functio
naris, die op bepaalde terreinen werkzaam is. Spreker denkt aan deBeyerd,
aan de directeur van de stadsschouwburg, aan die van het Turfschip; voorts
is te denken aan de wethouders, aan de burgemeester en aan de kabinets
secretaris.
Als het een zaak van openbare werken betreft kan toch eigenlijk nie
mand beter dan de wethouder of de betrokken directeur van voorlichting
dienen over hetgeen vermeldenswaard is, op het juiste niveau en op des
kundige wijze met alle details erbij. Spreker gelooft niet dat het op een
andere wijze beter kan gebeuren.
De heer Quadekker heeft zijdelings met de publiciteit de plaats van
Breda aangesneden. Hij zou hem nu wel zijn compliment moeten maken
voor wat de heer Quadekker heeft gezegd over de uitleg en de werkzaam
heid van Breda. Op deze wijze vertegenwoordigt hij eigenlijk al een ge
hele publiciteitscompagnie in de gehele survey, die hij van Breda heeft
gegeven.
De heer Quadekker houdt niet van bepaalde vlaggen aan het gebouw
van de stadsschouwburg; hij is bang voor partij-congressen, maar spreker
verwacht, dat deze hem welkom zouden zijn wanneer deze congressen
zich zouden bewegen op het vlak van de P. K.