464 16 DECEMBER 1965. Dan is er gesproken over het seniorenconvent: men komt te weinig en zelfs te laat bij elkaar. Spreker wil dit niet ontkennen en zelfs wel beter schap toezeggen, maar het komt natuurlijk omdat burgemeester en wet houders in bepaalde materies niet voldoende stof zien om de voorzitter te suggereren met de senioren te praten. Er kan in dit opzicht wel eens wor den gefaald, maar op een gegeven moment moeten er goede motieven zijn om met de senioren overleg te plegen. Spreker neemt aan, dat bur gemeester en wethouders dit seniorencollege voldoende waarderen en er op de juiste tijd gebruik van maken. Er is ook nog gesproken over de betekenis van het civic centre. Men heeft vreugde uitgesproken over de totstandkoming van de congreshal, maar te zelfder tijd is er, met name door de heer Melzer, enige reserve uitgesproken ten aanzien van het zinvolle van de schouwburg. Spreker kan hiertegenover niet genoeg stellen, dat burgemeester en wethouders in al deze onderdelen, delen zien van het civic centre. Het Turfschip vervult in dit geheel op een bepaald gebied een bepaalde functie, n. 1. van con greszaal en concertzaal, maar niet nog eens tevens van toneelzaal. Spre ker verwacht, dat ook wethouder Bastiaensen hierover nog het een en an der zal zeggen. Het gaat daarbij ook over de Beyerd nieuwe stijl, de V. V.V. en de gedachte van wat het gehele civic centre eigenlijk moet in houden. Dienaangaande wordt ook overleg gepleegd met Prof. Brouwer. Er wordt dus vastgehouden aan de civic centregedachte, op allerlei ni veaus, waartoe óók de schouwburg behoort. De heer Vis heeft in dit verband gesproken over de inbreng van een bi bliotheek; dit spreekt inderdaad wel aan, evengoed als bijvoorbeeld een discotheek. Het moet eigenlijk een soort culturele supermarkt worden. Wat de schouwburg betreft behoeft men niet te vrezen dat de exploi tatie daarvan duurder zal worden dan thans het geval is. Trouwens als ge bouw Concordia gaat verdwijnen, zal de grond daarvan zeker een goede opbrengst geven. De heer Kroon heeft het cultuursurvey nagelezen en hij kan er zich niet mede verenigen. De heer Mendes heeft in dit verband gesproken vaneen doorzichtig beleid, ook zonder beleidsnota. De heer Mendes weet van be leid af, maar hij is het moe de raad ieder jaar voor te lichten. De heer Melzer heeft gezegd, dat de industriële groei eigenlijk wel valt te begrijpen bij de te constateren bevolkingsgroei, maar spreker moet toch constateren, dat er een bevolkingsgroei is, die echt nietvoort- spruit uit een geboorte-overschot, maar wel degelijk uit een vestigings overschot. Spreker gelooft dan ook niet ontevreden te mogen zijn,hoewel hij gaarne onderstreept, dat toeleverings-, dienstverleningsbedrijven en groothandel vast en zeker wel passen in onze stad, en dat deze ook een waardevolle vorm van werkgelegenheid bieden. De heer Quadekker heeft nog gevraagd naar het verschil tussen "ge meentehuis" en "stadhuis". Alle lagere organen, of hoe deze worden aan geduid, hebben een gemeentehuis, alleen de hoog-geurbaniseerde-vor- men van die lagere organen bezitten een stadhuis en spreker meent dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 464