466
16 DECEMBER 1965.
Spreker hoopt dat de raad de mening van de heer Vis in deze niet zal
volgen.
Spreker hoopt dat de beantwoording van de gestelde vragen aan de ver
wachtingen heeft voldaan.
Wethouder MEIJS hoopt even kort te kunnen zijn als de voorzitter bij
de behandeling van zijn aandeel in de algemene beschouwingen. De in
ventarisatie van spreker's aandeel daarin leidt tot de conclusie, dat er geen
aanleiding is voor een uitvoerige verdediging van beleidspunten. Het is
meer een kwestie van aanvullende informatie over bepaalde onderdelen.
Wat de zuiver financieel-technische aangelegenheden en het algemeen
financieel beleid betreft meent spreker de reden daarvan mede te moeten
zoeken in de uitvoerige schriftelijke voorbereiding van deze begrotingsbe
handeling. De nieuwe opzet van de nota van aanbieding en de vormgeving
van het grote "vraag en antwoordspel" hebben bijgedragen tot een goede
informatie.
Burgemeester en wethouders zijn erkentelijk voor de woorden van waar
dering, die door alle fractievoorzitters zijn uitgesproken over de vorm en
de verzorging van de begrotingsstukken. Zij zien hierin slechts een aan
sporing om dit niveau te handhaven en waar mogelijk, nog te verbeteren.
Uit de gehouden algemene beschouwingen blijkt, dat in grote lijnhetin
de begroting 1966 voorgestelde algemene financiële beleid wordt aanvaard.
Alvorens op detailpunten in te gaan stelt spreker er prijs op deze gelijklui
dende opvattingen te releveren.
De in de nota van aanbieding opgenomen terugblik op het recente ver
leden en de daaruit door burgemeester en wethouders getrokken conclusies
worden algemeen onderschreven. Dit is een gunstig teken. De in 1962 nood
zakelijke ombuiging van het beleid was een stap met risico's. Dank zij de
onderkenning van de risico's, de optimistische verwachtingen voor de toe
komst, de aanwezigheid van de nodige veiligheidsmarges en waarborgen
en tenslotte de bereidheid om door eigen maatregelen een evenwicht te be
reiken is dit geen misstap gebleken.
Dat met name de eigen maatregelen niet steeds met enthousiasme zijn
begroet - de heer Kroon spreekt nog in deze richting - is niet verwonder
lijk. Het heeft echter geleid tot een gezonde ontwikkeling en ontplooiing
van de gemeentelijke activiteiten.
De acceptatie van het algemeen financiële beleid voor 1966 houdt in,
dat de weg van de sluitende begroting voor 1966 kan worden voortgezet.
Dit is mogelijk door een verantwoord optimisme bij het ramen van de uit
keringen uit het gemeentefonds, de beperking van uitgaven en de noodza
kelijke verhoging van het tarief van de straat- en rioolbelasting. Dit laatste
element is te zien als de aanpassing van de eigen inkomsten in het kader
van de ontwikkeling van het totaalbudget.
De conclusies van de heren Kroon en Melzer over dit voorstel wil spreker
gaarne herhalen. De verhoging is procentueel niet gering, doch is - ge-