468 16 DECEMBER 1965. daarbij toch de aandacht te moeten vragen voor de nadere informatie op techni sche onderdelen. Spreker kan dit begrijpen, doch hij vraagt zich af of juist deze informatie niet beter kan worden gevraagd en gegeven in de vergaderingen van de verschillende afdelingen van de raad, niet alleen in de afdeling voor de finan ciën, doch ook in de andere afdelingen en niet alleen bij de begrotingsbehande ling, doch ook in de loop van het jaar. In deze vergaderingen wordt ruimschoots gelegenheid geboden tot het stellen van vragen of nadere oriëntatie, de nodige ambtelijke informatie is mede beschikbaar, terwijl - juist omdat het over tech nische details gaat - het niet openbaar zijn van deze vergaderingen geen enkel bezwaar oplevert. Daarnaast blijft toch ook de gelegenheid bij de rondvraag tij dens de maandelijkse raadsvergaderingen. De twee grote projecten, welke volledig of gedeeltelijk buiten het budget worden gehouden geven aanleiding tot vraagtekens of de financiële moeilijkhe den voldoende zullen worden opgelost. Wat de rioolwaterafvoerleiding betreft menen burgemeester en wethouders dit standpunt toch wel met enige zekerheid te kunnen innemen. De kwestie van de maatregelen ter voorkoming van de ver ontreiniging van de oppervlaktewateren is geen zuiver lokale aangelegenheid meer. Zowel landelijk als regionaal wordt de problematiek onderzocht en wordt aan een oplossing - zowel in juridisch als in financieel opzicht - gewerkt. Wat het hóogspoorplan betreft, zijn ook burgemeester en wethouders van me ning, dat dit een moeilijke zaak kan worden, bezien vanuit financieel oogpunt. Het project heeft een meer dan lokale betekenis en gezien de omvang daarvan, gaan de lasten van dit project de financiële draagkracht van Breda alleen abso luut te boven. Burgemeester en wethouders blijven onderzoeken op welke wijze hierin door extra middelen kan worden voorzien. Desalniettemin achten burge meester en wethouders - en met hen gedeputeerde staten blijkens de goedkeuring van het desbetreffende besluit - de urgentie zo groot, dat met risico het werk moet worden begonnen. De heer Broeders mist in het antwoord op het centraal rapport een nadere ad structie van "het inzicht in de algemene landelijke financiële ontwikkeling". De inzichten op dit punt ontlenen burgemeester en wethouders aan de algemene pu blicaties van het centraal planbureau, welke periodiek verschijnen en gegevens bevatten en prognoses inhouden met betrekking tot de ontwikkeling van de natio nale economie. Ook de inhoud van de miljoenennota 1966 bevat op dit punt be paalde indicaties. Spreker noemt in dit verband de nieuwe interpretatie over de trendmatige maximale groei van de rijksuitgaven en de blijvende vooruitzichten op een hoog conjunctuurniveau, hetgeen gunstige invloed heeft op de opbrengst van de rijksbelastingen en dus ook voor het aandeel daarvan dat ten bate van het gemeentefonds komt. De vraag van de heer Broeders, of in het licht van de economische ontwikke ling (inflatie, prijsstijgingen), het opstellen van een behoefteplanning mogelijk is en zin heeft moet spreker bevestigend beantwoorden. Door de onzekere elemen ten blijft het een moeilijke, doch toch noodzakelijke opgaaf. Noodzakelijk om te kunnen komen tot afweging van urgentie en het bepalen van prioriteiten. Bij gebrek aan planning is het gevaar voor onevenwichtige besteding van de mid delen groot. Daarnaast is het beschikbaar zijn van een behoefteplanning een be langrijk hulpmiddel, indien bij een onverhoopte recessie bezuiniging moet wor den toegepast.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 468