16 DECEMBER 1965. 479 Misschien is het als wensdroom geuit. Spreker kan wel zeggen, dat op dit gebied wel gedacht wordt in het kader van de ontwikkeling van de sport keuring in de toekomst. Daar is dit ook wel zeer actueel, maar op het mo ment zijn er bij de gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst geen plannen in studie in de zin als door de heer Kroon geschetst. Spreker heeft met belangstelling de uitlatingen van de heer Melzerten aanzien van de uitbouw van de gemeentelijke geneeskundige en gezond heidsdienst beluisterd, zowel in letterlijke als in overdrachtelijke zin. Spreker sluit zich daar van harte bij aan, want het is passend te denken en te streven naar een zich steeds evaluerend gezondheidsbeleid in het preventieve vlak, natuurlijk daarbij rekening houdende met de zeer goed samengestelde particuliere gezondheidsorganisaties. De heer Quadekker heeft enige malen de waarschuwende vinger gehe ven. Hij had weliswaar waardering voor de perfecte manier van werken van de ambulancedienst en spreker is daarvoor uiteraard erkentelijk. Min der was zijn waardering voor de methode, die gevolgd wordt bij het in rekening brengen van de kosten. Spreker gelooft niet, dat men van bur gemeester en wethouders kan vergen, dat men elk woord op elk formulier, persoonlijk heeft afgewogen. Spreker heeft zich dus alsnog ter zake doen informeren. Hij gelooft niet, dat de bezwaren van de heer Quadekker zijn gericht tegen de snelheid van declareren. Dat is een bewijs van efficiency van de dienst, die dus in zijn administratieve apparaat blijkbaar even effectief de hulp verleent als op straat bij een ongeval. Maar de bezwaren van de "heer Quadekker gaan uit naar de inrichting van het declaratieformulier, dat niet "nota" is genoemd, maar "aanslagbiljet" en dat er onder andere op is vermeld: "U wordt uit genodigd de hierondervermelde aanslag in een termijn te voldoen, voor of op de vervaldag, zoals op het biljet aangegeven". Spreker dacht dat dit nogal vriendelijk was, maar het gaat dan om de volgende passage: "bij niet tijdige betaling zal ingevolge de wet tot vervolging worden overgegaan". Dit nu is gebaseerd op het raadsbesluit, waarbij de tariefstelling van de ambulancedienst is gegoten in de vorm van een belastingverordening. Dit heeft natuurlijk in de uitvoering een aantal consequenties, ook administratief en op die manier is het verklaar baar, dat dit soort psychologisch minder juiste frases op een nota kan ver schijnen. Met de heer Quadekker is spreker echter van oordeel dat de for mulering niet fraai is. Spreker is gaarne bereid bij een herdruk van de nota's te bezien of wijziging mogelijk is, zo dit past in het kader van de belastingwetgeving. Ten aanzien van het revalidatie-instituut heeft spreker een enkele me dedeling, zulks ook naar aanleiding van een opmerking van de heer Qua dekker. De heer Quadekker weet hoezeer dit de aandacht van burgemees ter en wethouders heeft. In een zaak als deze is het minder belangrijk hoe groot de inventiviteit is van het gemeentebestuur. Belangrijker is de initiëring vanuit de zieken huiswereld. Burgemeester en wethouders zullen die zaak ongetwijfeld blijven "urgeren", maar anderzijds moet de gemeente in deze haarplaats weten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 479