508 16 DECEMBER 1965. kan worden ergens nog een meerderheid te forceren. De raad heeft er mis schien ook nog wel een woordje in te zeggen. Spreker heeft gehoord dat de plannen van de Bovenmark gereed zijn. Kan de tweede helft van de Baronielaan nu enig soulaas verwachten? De onder gelopen garage daar is misschien wel triest, het plaatsen van een schuif hiervoor kan misschien helpen, maar dan kan die auto er weer niet in. Misschien kan er ook een pomp gezet worden om het water over de schuif heen in de Mark te pompen, dan blijft het wel droog. Spreker heeft goed begrepen en is blij dat het zo duidelijk gesteld is, dat de verschuiving van de Haagpoortbrug een gok is. Hij wenst het college sterkte met deze griezelige gok. Zijn opmerking aan wethouder van Bijnen van "wat een luxe", is zo niet bedoeld. Spreker bedoelde te zeggen, "wat een heerlijk gevoel moet dat zijn". Het is echt wel bekend wat er verder nog moet komen. De heer Broeders heeft nog even ingehaakt op het verhaal van de haan. Hij zegt van die haan dat die zijn haren overeind zet. Is dit misschien een vak term, zo vraagt hij zich af, want hij heeft nooit geweten dat een haan ha ren had. Die pluimen worden wel eens haren genoemd maar ze zijn het niet. Het is spreker opgevallen dat de heer Vis spreekt over "onze bisschop"Dat is waarlijk een oecumenische gedachte. Hij kwam echter nog met een bran dende vraag, wat zou wijzen op vragen in "brandpunt" terwijl spreker ei genlijk meer gewend is aan "zo is het toevallig ook nog eens keer". De heer Vis heeft niet goed naar zijn eerste zin van de algemene beschouwin gen geluisterd of heeft wat in de krant gelezen, waarin hij misschien wat onduidelijk is aangehaald. Spreker heeft letterlijk gezegd: "Wat ik nooit vermoed had te kunnen zeggen bij de laatste begrotingsbehandeling van deze zittingsperiode is.enz. Hij heeft niet gezegd "bij mijn laatste begrotingsbehandeling". Wat er gaat gebeuren ligt in de schoot van de toekomst. Het gebeurt in ieder ge val in 1966, hoe het zal gebeuren is hem niet bekend. Of hij hier "über haupt - spreker herstelt dit in "overhoofd" - komtrzij het als fractievoor- zittertje, zij het in zijn eigen fractie, zij het helemaal niet; deze vraag zou hij graag een vraag willen laten blijven. Tenslotte dankt hij de heer Melzer voor het hem toebedachte extra baantje, hij houdt van plezierige zaken, maar om daar het wethouderschap mee te vervullen zou hem te veel vrije tijd geven en dat is ongezond. De VOORZITTER doet het deugd dat men uit de klassieke, maar ge vaarlijke parabel waar de heer Broeders mee is begonnen, min of meer gaaf uitgekomen is en men niet in het erotische vlak verstrikt is geraakt. Het doet spreker ook deugd dat de raad meer onder de indruk is gekomen van wat door de W.E. B. en het overlegorgaan in het verleden aanvrucht- bare daden is gesteld. Dat was de bedoeling van zijn betoog. Wat de W.E. B. betreft, er is geprobeerd deze niet alleen territoriaal maar meer lang verticale lijnen en rond bepaalde onderwerpen te structureren, maar dat is nog niet rond. Intussen is wel verschillende malen - vooral rond de door de W. E. B. aan gepakte concrete objecten als Dongemond en Dinteloord - contact geweest met vertegenwoordigers van verschillende streekorganen. Zij hebben hun zaken en visies ter tafel gebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 508