511
16 DECEMBER 1965.
voor beraad te vragen van de senioren, er is hiervoor immers een afdeling.
De leden van de afdeling zullen als het nodig is graag bevestigen dat zij
over deze materie ruim worden geïnformeerd. Spreker heeft de suggestie
inzake het seniorenconvent gedaan omdat het over belangrijke offers gaat
en het van belang is dat alle fractievoorzitters ervan kennis dragen. De heer
Vis heeft in zijn algemene beschouwingen gesteld dat de senioren zo wei
nig bijeen geroepen worden. Nu is het spreker's bedoeling niet geweest ter -
wille daarvan de senioren bijeen te roepen. Er zijn keuzemogelijkheden
en voor die keuzemogelijkheden acht hij het van belang dat men tevoren,
voordat het voorstel zelf in de raad komt, daarover voldoende geïnformeerd
is.
Spreker gelooft dat het zal gelukken in het eerste kwartaal 1966 met een-
voorstel te komen. Men is echter afhankelijk van het programma dat daar
voor moet worden opgesteld.
De heer VIS vraagt of het dan niet voor de hand ligt dat er een verga
dering komt van het seniorenconvent en de leden van de afdeling.
Wethouder MEIJS antwoordt dat dit de bedoeling is. De heer Kroon is
teruggekomen op zijn opmerking over de salarissen. Spreker heeft in zijn
antwoord op de algemene beschouwing niet geheel zijn motivering willen
wegpraten. Hij heeft er alleen op gewezen dat bepaalde salarisverhogingen
niet geheel uit het gemeentefonds worden gedekt, de verhoging is dus ge
deeltelijk een schadepost. Zijn slotzin is onder andere geweest: "de stijging
van de subsidieposten zoals berekend, is dus niet volledig budgetbezwarend".
Met de heer Melzer hoopt spreker dat de centrale financiering een tijdelij
ke maatregel is, tenzij - wat spreker niet voor onmogelijk houdt - Breda en
zijn financiële behoefte geen nadeel ondervinden. Dan zou er op zich geen
bezwaar hoeven te zijn dat deze centrale financiering nog enige tijd langer
zou doorgaan.
De heer Quadekker heeft vragen gesteld over de kosten van de rioolwater
afvoer en het hoogspoor. De gekapitaliseerde kosten zijn niet opgenomen
zodat hiervoor op het ogenblik geen nadeel optreedt. Hij vond dat men er
daarmede niet uit was, men zou veel hoop moeten hebben om dit inderdaad
te verwezenlijken.
Het is inderdaad moeilijk er iets van te zeggen. Spreker kan alleen mede
delen dat de nodige pogingen in het werk worden gesteld om een en ander
te verwezenlijken.
Welke plaats op de urgentielijst de door de heer Quadekker te vervangen
straatlantaarns zullen innemen kan op dit ogenblik natuurlijk niet worden
gezegd.
Dat zijn zo van die problemen die graag aan de betreffende dienst worden
overgelaten omdat men daar van eventuele combinatie met andere objec
ten beter op de hoogte is. Vanzelfsprekend is, dat ook die lantaarns in ie
der geval voor het einde van het volgend jaar weg zullen zijn.
Wethouder BASTIAENSEN antwoordt de heer Vis dat het openbaar onder
wijs en het bijzonder niet confessioneel onderwijs inderdaad als een geheel
worden gezien.
Voor het te plegen overleg zijn al enkele uitnodigingen naar verschillende
schoolbesturen gezonden. Dit omdat het overleg allereerst wordt voortgezet