514 16 DECEMBER 1965. Wethouder VERMEULEN zegt dat het college met de heer Broeders hoopt dat het bouwprogramma voor 1966 ten volle zal slagen. In eerste instantie is al gezegd dat de zekerheid daarvoor niet ten volle aanwezig is. Noch het landelijk, noch het plaatselijk beleid zullen daar aanleiding toe geven, maar in de premiesector zijn er moeilijkheden. Desondanks wordt gehoopt en zal er alles voor worden ingezet dat ook in 1966 een groot aantal wonin gen kan worden opgeleverd. Wat betreft de luchtverontreiniging wil spreker de heer Kroon zeggen dat er van de kant van de gemeente nu echt niét meer gedaan kan worden. Er is een procedure ingevolge de hinderwet op gang en daarbij zijn de klachten geformuleerd. Die klachten zijn door openbare werken bekeken en om ad vies gezonden naar het T. N. O.met verzoek te willen adviseren over de voorwaarden in de hinderwetvergunning op te nemen. Dit is op zich een vrij nauwkeurige zaak waar nogal wat technische kennis aan te pas komt. Bij T. N. O. is op spoed aangedrongen. Een en ander staat los van het T. N. O. -onderzoek wat daarnaast op gang is. Naar zijn mening is van de kant van de gemeente echt wel gedaan wat onder de omstandigheden gedaan kon worden. De heer Melzer heeft nog even gesproken over de kleine woningen en naar spreker's mening heeft de heer Quadekker daarop geantwoord. Het is inder daad zo dat er al een enorm tekort aan contingenten is om datgene op gang te houden wat op gang gebracht is. Dit moet toch voorrang hebben. Dit wil niet zeggen dat een diversiteit in het woningbezit zijn voordelen kan heb ben, maar momenteel is er geen reële kans om daar iets aan te doen. Het zou onverstandig zijn om bij de raad hieromtrent op korte termijn verwach tingen te wekken. Het zou bijvoorbeeld wel zo kunnen zijn dat er in de loop van het jaar bij de realisatie van het gedachte program moeilijkheden wor den ondervonden. Als het dan eventueel gesplitst zou moeten worden dan acht hij het verstandig om in ieder geval te trachten op die wijze toch nog binnen te halen wat op een andere wijze niet kan worden gerealiseerd. Meer kan spreker op dit punt niet toezeggen. De heer MELZER vraagt om dan maar eens in Tilburg te informeren. Wethouder VERMEULEN weet dit allemaal wel, doch heeft al voorgere kend dat voor hetgeen op gang is gebracht moet worden gehoopt en worden vertrouwd dat daarvoor de nodige extra contingenten kunnen worden gewon nen, nog afgezien van de arbeidsbesparende contingentwinst. Daar moet echt niet te licht over worden gedacht, het is geen eenvoudige zaak dit voor elkaar te krijgen. Het door de heer Quadekker gevraagde project de Markhoek is op dit moment geen haalbare kaart, maar na de toelichting op het contingent, heeft hij daar begrip voor opgebracht. Spreker is hem daar zeer erkentelijk voor. Enig bezwaar tegen de formulering van de heer Quadekker als zou deHaag- poortbrug een gok zijn, heeft spreker wel. Het is niet helemaal een gok in die zin dat de hoogte van de waterstand zoals die enige jaren geleden ge weest is, maar eens in de zoveel honderd jaar voorkomt. Het is dus geen regel dat men kan verwachten dat dit zich binnen afzienbare tijd weer zal voordoen. Anderzijds zöu het kunnen gebeuren, dus een beetje gegokt wordt er wel. Spreker belooft dat de Haagpoortbrug ook bij het college in een bij zonder warme belangstelling blijft staan en dat zo snel mogelijk er in voor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 514