520 16 DECEMBER 1965. tische benadering niet af mogen maken en zich daaraan onttrekken. Wil men op verantwoorde wijze stimulerend werken, dan zal bekend moe ten zijn welke objecten zullen worden gekozen en Waarom. Om te beginnen wil spreker een strijdpunt noemen; de a-wetenschappen verstaan onder cultuur in veel gevallen? "uit Goethe - Dante - Vondelen gaan". De uitdrukking is van Willem Paap. Gevolg is dat de mens van vandaag, die in zijn werk bijvoorbeeld een geheel ontworpen logisch com putertaaltje hanteert of een serie vernuftige technische handelingen ver richt, zich volkomen gedépayseerd voelt in het traditionele geestelijke le ven dat hem wordt aangeboden. Wat hem in een aantal gevallen als cultuur wordt voortgezet zou hem kun nen vervreemden van zijn levensomstandigheden. Zo wordt het happen in de appel van de techniek en natuurwetenschappen soms voorgesteld, ook in deze tijd, als een soort zondeval met daaruit voortvloeiende verdrij ving uit het paradijs der humanoria. Maar elke overheid, elk industrieel apparaat gebruikt de technische vooruitgang en de psychologische- en so ciologische kennis en heeft daarmede de beschikking over vroeger onge kende machtsmiddelen. Begrip voor Archimedes, voor Einstein, of voor Oppenheimer bijvoorbeeld kan dat machtsmiddel relativeren en er afstand van doen nemen. Aan deze fase in de maatschappij zal ook de lokale overheid zich, aldus spreker, aan moeten passen. Voorkomen moet worden dat er massareacties in het maatschappelijk be stel optreden, juist in het cultureel beleid moeten individuën worden ge kweekt. Die spanning van enerzijds sociaal wezen en anderzijds enkeling vindt men in vrijwel alle definities van cultuur terug. Spreker is het er dan ook totaal niet mee eens dat men bij cultuurbeleid niet op een gegeven moment de definities van cultuur als uitgangspunt neemt. Ter adstructie geeft hij enkele eenvoudige? - Huizinga? "een in tijd en plaats gerealiseerde samenhang van gemeen schapsleven een geestelijke produktie", - Ortega? "Cultuur is het totale samenstel van ideeën in een gegeven tijdperk", - v. Schil gaarde: "Cultuur is de bijzondere wijze waarop de mens zijnin- nerlijk streven in een sociaal verband tot uiting brengt". Spreker geeft deze paar teksten omdat in het survey staat dat deze veel heid van definities geen oplossing biedt. De tekst van het survey wil namelijk begrenzen, wil afpalen tot datgene wat nu georganiseerd is en wat wordt gesubsidieerd. Hij zal graag van de wethouder horen of het anders is. Is het wel zo, dan acht hij dit volkomen onjuist, omdat alles wat de mens denkend en handelend tot stand brengt in gemeenschap met anderen behoort tot de hedendaagse cultuur. En het geen wel of niet onder het oog van de gemeentelijke overheid valt is nu in een groot aantal gevallen aantoonbaar, bij gevolg van traditie of plot selinge aanpak. Het auditieve krijgt bijvoorbeeld meer geld als het visuele medium, ten zij een orkest als kijkspel wordt aangeduid. Kamermuziek wordt aanzien lijk hoger gewaardeerd dan een film over tropische visjes of filatelie. Spreker proeft uit dit survey een zeker "satisfaction" die hij toch eigenlijk niet kan delen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 520