525
16 DECEMBER 1965.
de stedelijke muziekschool te vestigen.
BRABANTS ORKEST.
Verheugend is, dat de nieuwe verdeelsleutel provincie 55% - grote ge
meenten 45reeds kon worden toegepast.
Hieraan kan hij dan toevoegen dat vanmiddag reeds is gesproken over de
verplichting die de gemeenschappelijke regeling met zich mee zal bren
gen. Dat is weliswaar een rechtsgeldige verplichting. Deze heeft altijd al
wel bestaan, en in die zekere morele verplichting ziet spreker geen ver
schil met die welke er nu gaat komen.
Bijzonder opvallend is, blijkens de laatste cijfers van het reeds vermelde
twee-kwartalenrapport, de enorme toeneming van het aantal bezoekers
aan de concerten van het Brabants Orkest in de Stadsschouwburg. Reeds in
1964 was deze stijging begonnen en in 1965 heeft deze opgaande lijn zich
krachtig voortgezet. Hij denkt dat alle vrienden van het Brabants Orkest
zich over deze gunstige ontwikkeling ten zeerste zullen verheugen.
HARMONIEËN EN MUZIEKUITVOERINGEN.
Met belangstelling ziet zijn fractie het aangekondigde voorstel tot her
ziening van de subsidieregeling tegemoet. Zij acht de instandhouding van
de Bredase harmonie- en fanfarekorpsen een groot cultureel belang. Gaarne
wil spreker's fractie ook haar dank en waardering uitspreken jegens de mu
ziekvereniging "Kunst aan het volk" voor de ter gelegenheid van haar ju
bileum aan de stad en de andere muziekverenigingen geschonken mars
"Groot Breda".
STICHTING HET ZUIDELIJK TONEEL.
Het is jammer, dat de begroting voor het seizoen 1965/66 aan deraad
nog niet bekend kon worden gemaakt. Het seizoen 1965/66 is al voor een
groot deel verstreken. Heeft het college enig idee wanneer het overleg
onder de subsidiënten zal worden afgesloten?
Geconstateerd moet worden, dat uit een kunstzinnig oogpunt de seizoenen
van de toneelgroep Ensemble zeer variëren. Goede seizoenen worden af
gewisseld door middelmatige en slechte. De artistieke leiding van Ensemble
heeft slechts af en toe een gelukkige en geslaagde greep uit het beschikba
re toneelrepertoire en dat is te weinig om de belangstelling voor de opvoe
ringen van dit gezelschap gaande te houden, laat staan te doen toenemen.
Hij gelooft, dat het huidige seizoen weer onder de slechte gerangschikt
moet worden. Opgemerkt moet echter nog worden, dat de groep over een
aantal voortreffelijke acteurs en actrices beschikt, die van een slecht stuk
meestal nog wel iets goeds weten te maken.
Misschien is het mogelijk, zo vraagt spreker zich af, deze kwestie op de
daarvoor geschikte plaats ter sprake te brengen.
TONEELWERKGROEP PROLOOG.
Het onlangs verschenen jaarverslag van Proloog over 1964/1965 vond
spreker nogal pretentieus en zelfingenomen. Men zal de faits et gestes