527 16 DECEMBER 1965. Daar deze echter afzonderlijk worden gepubliceerd, kan men zelf het over zicht completeren. Spreker betreurt het, dat de orkestbak in de schouwburg niet vóór het hui dige seizoen is verbouwd. Er zijn in de afgelopen maanden heel wat klach ten over de toestand van de orkestbak geuit. In ieder geval vertrouwt hij erop, dat deze verbouwing nu vóór het volgende seizoen zijn beslag zal hebben gekregen. DE BEYERD. Ondanks de goede gang van zaken bij de Beyerd-studio, blijft het be zoek aan de Beyerd-avonden en -tentoonstellingen op ongeveer hetzelfde niveau, misschien kan men zelfs van een lichte teruggang spreken. Dit is toch wel buitengewoon jammer. Zou de Beyerd nu werkelijk reeds aan zijn maximum toe zijn? Het moet naar zijn mening mogelijk zijn door bepaal de maatregelen het bezoek aan de Beyerd te doen toenemen. Dat de huidige directeur, de heer van Velsen, besloten heeft Breda te ver laten, betekent voor het culturele leven in onze stad een gevoelig verlies. Dezerzijds is reeds dikwijls waardering en dank voor zijn werk uitgesproken en spreker herhaalt dit ook nu. CULTURELE WERKGEMEENSCHAP. De waardering van spreker's fractie voor het jaarverslag over 1963 en 1964 is reeds in het centraal rapport uitgesproken. Cultureel-recreatieve manifestaties in het zomerseizoen acht hij voor de stad van veel belang. Vandaar zijn vraag of het desbetreffende advies van de Culturele Werkgemeenschap inmiddels aan het college is uitgebracht. En, zo ja, hoe luidt dit advies? ONRENDABEL INVESTERINGSPLAN 1966/1975. Spreker heeft geconstateerd, dat in dit investeringsplan de post "fonds artistieke werken" voor 3 jaar, nl. 1966/1967/1968, is geschrapt. Kan het college over deze maatregelen nog nadere mededelingen doen? Gaarne wil hij deze beschouwing eindigen met het college voor de naaste toekomst veel succes toe te wensen met het culturele beleid. De heer KRAMER zegt van plan te zijn geweest de algemene beschou wingen over hoofdstuk VIII par. 16 te beginnen met te zeggen dat dit een te groot woord zou zijn, gehoord de vorige sprekers. Hij is blij zichzelf geen expert te hebben genoemd; de heer van der Werff heeft gesproken over de experts van de andere fracties en dat vindt spreker nogal sterkuit- gedrukt. Naar zijn mening moet men met zo'n woord ook voorzichtig zijn. Hij vindt het leuk als het gezegd wordt, maar beter door een ander dan door hemzelf. Alles wat een mens doet is gebrekkig en ook op dit terrein moet worden ge constateerd dat er tekortkomingen zijn; hetgeen overigens geen schande is. Maar expert, neen, na het betoog van de heer van der Werff gelooft spre ker dat hetgeen hij gaat zeggen niet meer dan een bijdrage genoemd mag worden. De man die nu spreekt werkt om zijn dagelijks brood te verdienen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 527