16 DECEMBER 1965.
533
teiten en manifestaties altijd min of meer incidenteel behandeld worden.
De heer Quadekker heeft aangekondigd dat er voor het volgend jaar zeker
bepaalde bedragen moeten worden verhoogd. Dit wordt door het college
afgewacht en in het college zal worden beoordeeld in hoeverre aan de
verlangens kan worden tegemoet gekomen. Spreker is het wel eens met de
opmerking dat ten aanzien van deze en soortgelijke bezigheden geen al
te grote bedragen uitgetrokken worden. Men moet er begrip voor hebben
dat op dit gebied zuinigheid moet worden betracht.
Er is uitvoerig gesproken over het Zuidelijk Toneel en over Proloog. De
heer Mendes heeft erop gewezen dat bij tijd en wijle mis gegrepen is.
Hij zegt er niet bij dat dit jaar landelijk vrij algemeen het toneel kenne
lijk veel ongelukkige grepen heeft gehad. Men heeft vrij algemeen zeer
slechte resultaten van het toneel ervaren, hetgeen natuurlijk iets is wat
buiten de macht van het college ligt. Ook zelfs buiten de macht van het subsi -
diëntenoverleg. Men kan uiteraard bij het bepalen van de toegestemde bedra -
gen van tevoren niet uitmaken of dat de produkties die men voorstelt te brengen,
succes zuilen hebben of niet. Dat blijft een greep in het duister, de ene keer heeft
men geluk, de andere keer pech.
De heer Mendes heeft gezegd dat Proloog een nogal zelfingenomen jaar
verslag heeft uitgebracht. Deze indruk heeft spreker ook. De reacties van
het onderwij s over wat Proloog had gebracht waren niet al te gunstig.
Toen had het college echter nog geen overzicht. Nu is er een volledig,
en het lijkt spreker dat de meeste reacties ten aanzien van datgene wat
Proloog heeft gebracht wèl gunstig zijn, maar dat er één is die niet guns
tig is. En dat valt dus wat dat betreft toch wel weer mee. Hij geeft ech
ter wel toe dat het jaarverslag wat uitgebracht is door Proloog nogal
Zelfingenomen is. i
Over de verbetering van de orkestbak van de Stadsschouwburg zal in het
college binnenkort een voorstel ter sprake komen. Getracht zal worden
om daar verbetering in te brengen binnen de kredieten die beschikbaar
zijn.
Het bezoek in de Beyerd loopt iets terug. De veronderstelling dat door de
Beyerd-Studio het bezoek aan de Beyerd zou toenemen wordt nog niet vol
ledig bewaarheid. Toch weet men niet in hoeverre deze bezoeken aan de
Beyerd-Studio toch ook weer wèl vruchten afwerpen. Het is anderzijds wel
zo dat de Beyerdavonden over het algemeen een apart publiek hebben.
Naar spreker's mening legt de heer Kramer hetgeen in het survey wordt
gezegd over de bibliotheken verkeerd uit. Eigenlijk wordt er bedoeld te
zeggen dat ten aanzien van de bibliotheken het niet noodzakelijk is dat
deze een bepaald levensbeschouwelijk signatuur dragen.
Er moet voor worden gezorgd dat de bibliotheken een goede lectuurvoor
ziening krijgen. Hieronder dient men te verstaan dat ieder naar zijn ei
gen inzicht en levensbeschouwing aan zijn lectuur moeten kunnen komen.
Zowel de katholiek, de protestant, de humanist of wie dan ook moet de
lectuur kunnen vinden die hij voor zich wenst. Men dien verstande na
tuurlijk dat er niet speciaal behoefte bestaat aan opruiende lectuur of lec
tuur die door eenieder als onvolwaardig of pornografisch wordt voorgesteld.
Het is spreker wel bekend dat men op dit gebied zeer voorzichtig moet
zijn, want in dit opzicht zijn de geleerden het niet altijd met elkaar eens.
Het is echter duidelijk dat men zich moet stoelen op een lectuur die al
gemeen aanvaard wordt en daarbij kan men wel eens een beetje onder de