16 DECEMBER 1965. 539 ren. Desgevraagd heeft zij een verklaring onder ogen gekregen dat de kan ge toond is aan de hoogste gekwalificeerde op dit gebied, namelijk mevrouw Durpené de Wit-Klinkhamer; conservatrice van de afdeling zilver aan het Rijksmuseum. Die verklaarde geen enkele reden te zien waarom het stuk vals zou zijn. Bovendien is het later nog eens getoond aan een van de hoogste autoritei ten op dit gebied, zelf antiquair en handelaar, die echter om concurren- tieredenen zijn naam niet gaarne in het openbaar wil zien. Deze verklaarde ook dat het stuk echt is. Spreekster stelt er prijs op, waar dit vermoeden van onechtheid publieke lijk is geuit te willen stellen dat deze destijds uitgesproken veronderstel ling op een vergissing berust moet hebben. Zij zegt dat tevens ter gerust stelling van de andere raadsleden, alias subsidiestemmers. Zij gaat hierna in op het antwoord betreffende beschikbaarstelling der op slagruimte van "de Pelmolen", waarvan naar zij zegt de klomp haar he lemaal is gebroken. De raad heeft het betreffende voorstel naar zij meent algemeen aangeno men en toen men daarop aan het werk is gegaan bleek na expertise door openbare werken dat heel veel van dit heel oude, straks af te breken pand met geringe kosten geschikt te maken zou zijn. Een gedeelte ervan zou voor de politie als opslagruimte van fietsen en bromfietsen gereserveerd blijven. Akkoord, maar dan zal er wel de nodige afscheiding komen. Echter verg de dit noodzakelijke informaties inzake brandgevaar met het oog op de kostbare op te slane stukken en ook hoge assurantiepremies. De brand weer approuveerde deze bijzondere voorzieningen. Doorgegeven aan de politie wordt medegedeeld dat gedacht wordt "geen enkele" maatregel te treffen. Wat het herstel betreft, dit werd met ruim 7. 000, - gerea liseerd. Toen het vele artikelen bevattende huurcontract voor de Pel molen werd aangeboden ging het bestuur het gehele gebouw nog eens na alvorens te ondertekenen. Het volgende bleek; 12 ruiten kapot, 2 ramen geen behoorlijke sluiting, het dak lekt op 8 plaatsen, 2 schoorstenen zijn niet afgesloten. Het huurcontract stelde voor dat het Stedelijk Museum al dergelijk soort kosten op zich moest nemen. Daarna werd, waarschijnlijk in opdracht van burgemeester en wethouders, een hernieuwd onderzoek ingesteld. Het heet in het daaropvolgend rap port van openbare werken "nog eens grondig". Logischer wijze dus ten tweede male grondig. Kostenƒ 17.000,-, met de eerste kosten 7.200,-, tezamen ƒ24.200,-. De huurwaarde van het gebouw is gebaseerd op 28. 000, -. Haar vraag is nu of het de moeite is deze kosten aan de Pelmolen te be steden en moeten het bestuur van het Stedelijk Museum en de politie erop rekenen deze kosten in de huur gecalculeerd te zien. De VOORZITTER zegt dat niet verwacht kan worden dat hij op ditogen- blik de molen nog even gaat pellen, daar is het een beetje te laat voor. Er zijn een aantal pijnlijke mededelingen gedaan. De raad kan verwachten dat het bestuur van het museum straks aan de raad een kredietaanvrage richt om te geraken tot de reeds lang geplande voorzieningen. Bij die ge legenheid kan de zaak nog eens uit de doeken worden gedaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 539