544
17 DECEMBER 1965
De heer VAN DEN EEDEN wijst erop, dat de officier van justitie erop ge
wezen heeft, dat de gemeente door zijn bevoegdheid tot het afsluiten van
gas en elektriciteit gebruik te maken misbruik van de monopoliepositie heeft
gemaakt, omdat het twee afzonderlijke zaken zijn namelijk de huurschuld
en het schuldenvrij zijn van betrokkene bij het energiebedrijf.
Spreker vond het toch wel prettig dit bericht in de krant te mogen lezen.
De heer KOERTSHUIS stelt de vraag of het geen aanbeveling verdient
dat juristen van de gemeentesecretarie deze zaak nog eens uitzoeken.
De VOORZITTER zegt dat hieraan geen enkele behoefte bestaat. In Bre
da bestaat een regeling, dat functioneert totdat hogere instanties of de rech
ter het tegendeel bewijzen. Spreker is de mening toegedaan dat burgemeester
en wethouders niet de minste reden hebben om zelf de grond onder de voe
ten weg te maaien. Het spreekt vanzelf dat door de juridische afdeling van
de secretarie, alvorens een voorstel aan de gemeenteraad werd gedaan, de
ze kwestie hebben bekeken.
Hierna wordt de begroting van het woningbedrijf A. vastgesteld.
GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.
Deze begroting wordt zonder beraadslaging vastgesteld.
GEMEENTELIJK VERVOERBEDRIJF.
De heer SPANJER is van mening dat de begrotingsbehandeling dit jaar
veel meer dan in het verleden plaatsvindt langs de grote lijnen. Dit kan
zijn instemming hebben, maar door hem is geconstateerd, dat tevens het
detailwerk in de afdelingen van de raad in belangrijke mate toeneemt.
Het probleem van de vuilverwerking is thans voor de vijfde achtereenvol
gende maal bij de begrotingsbehandeling aan de orde geweest, zo zegt spre
ker. Thans is echter door de fractievoorzitters bij de algemene beschouwing
en hieraan veel aandacht besteed. Hierdoor heeft dit probleem zijn volwaar
dige plaats in de rij der grote problemen ingenomen. Spreker is van oordeel
dat biermede de zaak voldoende besproken is, maar er is naar zijn mening
nog iets anders.
Het heeft hem verbaasd dat de betreffende wethouder alvorens met een raads
voorstel te komen, dit probleem met de fractievoorzitters wil bespreken.
Na een interruptie van spreker's fractievoorzitter is het duidelijk geworden
dat bij dit gesprek ook de raadsafdeling voor het vervoerbedrijf aanwezig
zal zijn. Zonder deze nadere toelichting van de wethouder zou het erop ge
leken hebben dat de wethouder het vertrouwen in de door de raad benoemde
leden van de afdeling had opgezegd. Als argument van dit gesprek met de
fractievoorzitters voerde de wethouder als motief aan dat de financiële con
sequenties voor de komende voorstellen groot zijn.
Bovendien merkte de wethouder, zo zegt spreker, nog op dat de leden van
de afdeling alle inlichtingen hebben gekregen, die zij wensten. Hij is van
mening dat dit laatste wel jvist is, doch dat de wethouder zal moeten toe
geven dat dit wel eens moeite heeft gekost. Het zal, naar sprekers weten,
de eerste keer zijn dat het seniorenconvent bij een afdelingsvergadering