17 DECEMBER 1965 555 de winstuitkering van het elektriciteitsbedrijf van 3, - per inwoner erg laag genoemd moet worden. Burgemeester en wethouders hebben op deze vraag geantwoord, dat bij de tariefstelling rekening dient te worden ge houden met andere tariefstellingen, zoals van de P.N.E. M. en de Water leiding Maatschappij Noord-West-Brabant en bovendien wijzen burgemees ter en wethouders op dat niet uit het oog mag worden verloren, dat de kos ten van straatverlichting voor 1966 geraamd op 1.157. 997, - geheel ten laste van het bedrijf blijven. Spreker is blij met deze opmerking van bur gemeester en wethouders, want daaruit blijkt dat de bedrijfswinst inderdaad aanzienlijk hoger had kunnen zijn, wanneer de raad niet tot de door hem reeds aangehaalde maatregel had besloten. Hij wenst niet meer terug te komen op dit raadsbesluit doch het idee dat men gevoegelijk de tarieven op zou kunnen trekken omdat de winst zeer laag is, kan zijn instemming niet hebben. De heer BIEMANS is verheugd dat er raadsleden zijn, die erin geslaagd zijn de wethouder wat extra op temperatuur te brengen. Hij wil dit ook wel eens proberen. In het centraal rapport heeft spreker een vraag gesteld over de aardgasvoor ziening ten aanzien van het platteland. De heer Quadekker heeft hierover bij zijn algemene beschouwingen gesproken. Het antwoord van burgemees ter en wethouders op de door spreker gestelde vraag heeft hem echter niet geheel bevredigd. In dit antwoord heeft hij zinnen aangetroffen, die men zo dikwijls moet beluisteren namelijk die erop neerkomen dat in het alge meen deze nutsvoorzieningen voor het plattelandsgedeelte van de gemeen te verschrikkelijk onrendabel zijn. Bij het lezen van deze zinnen heeft spreker in gedachten de mooie stad Breda doorgekruist en heeft zich toen afgevraagd hoe het met de rentabili teit van de nutsvoorzieningen zou staan van het Brabantpark en het Ruiters bos. Vooral in het Ruitersbos, waar hier en daar een villa staat. Zou het in dit uitbreidingsplan met de rentabiliteit zoveel beter zijn dan in dat platte landsgedeelte van Breda, dat waarschijnlijk 100 - 150 ha. groot zal zijn. Omdat in dit plattelandsgedeelte enige straten zijn die behoorlijk bebouwd zijn kan hij zich niet voorstellen dat de voorzienihgen onrendabel zouden zijn. Hij meent dat dit tuindersgebied op zich rendabel zou kunnen worden voor de gemeente. Spreker herinnert eraan dat deze groep tuinders het ge hele jaar zorgt voor een te kust en te keur groenten- en fruitpakket voor el ke stedeling van Breda en dat daarom deze groep wel eens mocht profite ren van de stadsvoorzieningen. Bovendien is besloten dat het veilingcom plex in de Belcrum naar dit plattelandsgebied zal worden verplaatst. Hier door zal een redelijke afname van elektriciteit zijn gewaarborgd. Indien men nu aan spreker vraagt of gasvoorziening voor dit gebied verant woord is, dan moet hij daarop met een volmondig "ja" antwoorden. De bezetung en bewoning van dit kleine agrarisch gebied komt echt wel in aanmerking om met de aardgasvoorziening mede te lopen. In het antwoord van burgemeester en wethouders op de vragen van de raads leden wordt geduid op de afname van verwarming en produktiedoeleinden in de tuinbouw. Wat hiervan zal worden, kan natuurlijk niemand vandaag aan de dag zeggen, zo zegt spreker. De huidige tarieven zijn niet zo aan trekkelijk, maar dat kan natuurlijk in de toekomst wijzigen. In de kringen van de tuinbouw zal men trachten voor deze doeleinden gunstigere tarieven te krijgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 555