558 17 DECEMBER 1965 hij gaarne met aardgas zou willen reinigen om tot klaarheid te komen. Hij wil de sprekers maar beantwoorden en niet in het algemeen spreken, omdat hij dan gemakkelijk enkele gestelde vragen zou kunnen vergeten. Betref fende de vraag van de heer Kramer over het weekendtarief kan spreker me dedelen dat burgemeester en wethouders streven naar een eenheid in prijs stelling. Deze eenheid in prijsstelling gaat vooral uit van de P. N. E.M., die al ja ren moeite doet de tarieven in de verschillende gemeenten gelijk te krij gen, opdat er geen onderlinge concurrentie kan ontstaan. De P.N.E. M. neeft in de gemeenten, waar zij als distribuant optreedt geen weekendta rief. In deze gemeenten kan de P. N.E. M. zelf de tarieven vaststellen. Op grond daarvan en in samenspraak met de grote gemeenten is van de P.N.E.M.- tarieven niet afgeweken. Spreker zegt toe deze kwestie in de eerstvolgende samenspraak aan de orde te zullen stellen. Hij wil er echter nog wel op attenderen dat als de P.N.E.M. hiervoor niets voelt, de gemeente Breda dit ook niet zal doen, omdat dan iéts doorbroken gaat worden in de samenspraak, terwijl vooral de laatste jaren daaruit nogal eens genoegdoening is gekomen voor eisen die de ge meente Breda aan de P.N.E.M. heeft gesteld. De heer van der Werff, zo zegt spreker, heeft als een goed huisvader ge sproken over hetgeen de inwoners van Breda te wachten staat bij de om bouw van toestellen. Bovendien heeft hij gesproken over de grootverbrui kers. Ten aanzien hiervan wil spreker erop wijzen dat er ten aanzien van rootverbruikers, die thans reeds afnemers van gas zijn, niets wijzigt bij e overschakeling op aardgas. Zij blijven afnemers van de gemeente en zullen geen cent meer betalen dan bij de Gasunie. In een bespreking is dit zo geregeld kunnen worden. De gemeenten berekenen dezelfde prijzen als de Gasunie en van de Gasunie krijgen de gemeenten een kleine reductie, die bij grote afname soms toch wel zo aardig kan zijn dat deze sterk mede- speelt in de winstmogelijkheid, die het bedrijf zou kunnen opleveren, zelfs wanneer de kosten van de straatverlichting ten laste van het bedrijf worden gebracht, Ten aanzien van het door de heer van der Werff besprokene over de voor lichting merkt spreker op, dat hij het jammer vindt dat de gemeente 's-Her- to^nbosch zich moet behelpen met een tent. De heer VAN DER WERFF onderbreekt wethouder Meijs met de opmerking dat hij gesproken heeft over een stand. Wethouder MEIJS spijt het, dat hij een tent had verstaan. De gemeente Breda verkeert in de gelukkige omstandigheid dat een gebouw van standing zal kunnen worden ingericht voor het geven van voorlichting. Deze voor lichting noemt spreker zeer belangrijk omdat hierbij gewezen kan worden op geschikte toestellen en apparaten en op technische kleinigheden, waar op gelet moet worden omdat de calorische waarde van aardgas bijna het dubbele is van het staatsmijngas. Spreker is van mening dat de financiële nadelen van een latere overscha keling op het aardgas opwegen tegen de voordelen omdat daardoor meer tijd beschikbaar is om de moeilijkheden te voorkomen waarvoor vooral de heer van der Werff zeer bezorgd is. Dit is dan ook de reden waarom men nu al druk bezig is in een groot gedeelte van de stad een voorsanering toe te passen. Hierbij worden niet alleen de toestellen bekeken doch ook de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 558