572
17 DECEMBER 1965.
doeleinden.
De heer MENDES vraagt over het instituut der wijkagenten, hoe die
agenten te werk gaan. Zitten ze thuis op telefoontjes te wachten, of ne
men zij ook deel aan de surveillance en zo ja, op welke wijze surveille
ren ze, te voet, per fiets of met een auto.
Verder vraagt hij nog in welke wijken de 2 nieuw aangestelde wijkagenten
zijn gekomen.
Spreker is verder ernstig verontrust over het achterblijven van de verkeers-
voorzieningen bij de huidige ontwikkeling van het verkeer. De beveiligin
gen van het kruispunt bij de Haagpoort en de splitsing Oude Vest - Keizer
straat zijn gewoon weer een jaar uitgesteld.
Als het college van plan is een kruispunt te beveiligen of een andere ver-
keersvoorziening te treffen duurt het meestal een aantal jaren, voordat
zo'n plan gerealiseerd is.
In die tussentijd zijn er weer tal van moeilijke kruispunten in de stad bij
gekomen, die beveiliging nodig hebben. Op deze wijze loopt de voorzie
ning altijd bij de ontwikkeling van het verkeer achter. Daarnaast is het de
vraag, of de voorzieningen, die thans getroffen worden, wel voldoende
zullen zijn voor het verkeer van rond 1980.
Spreker dringt er bij het college op aan meer oog te hebben voor de geva
ren die het huidige beleid op dit punt voor de verkeersdeelnemers inhoudt.
De VOORZITTER antwoordt, dat het instituut der wijkagenten zeer ge
waardeerd wordt. Vooral in de nieuwe wijken is dit het geval en niet al
leen omdat hij surveillerend optreedt, maar meer omdat hij als een soort
"openbare huisvader" optreedt.
Als hij surveilleert doet hij dat met eenvoudige vervoermiddelen.
Wethouder VERMEULEN maakt bezwaar tegen de absolute stelling van
de heer Mendes, dat het gemeentebestuur en de ambtenaren, die zich
daarmede bezighouden schromelijk zouden tekortschieten in het tijdig ne
men van de nodige verkeersmaatregelen. De heer Mendes heeft als lid
van de verkeerscommissie in deze een belangrijke taak. Spreker heeft in
die commissie nooit gemerkt, dat de heer Mendes ten opzichte van de
verkeersmaatregelen zo'n angst had als hij het thans doet voorkomen. Van
andere zijde heeft spreker wel eens vernomen, dat er in Breda bijna geen
straat meer is, waar geen verkeerslichten staan.
Aan de hand hiervan zou hij moeten concluderen, dat er op dit punt nog
al voortvarend gewerkt wordt.
Als enige argumentatie of bewijsvoering heeft de heer Mendes de Haag-
poortbrug en de Oude Vest - Keizerstraat aangehaald. De plaatsing van
verkeerslichten bij de Haagpoortbrug staat voor de deur.
Op de kruising Oude Vest - Keizerstraat kunnen eerst verkeerslichten ge
plaatst worden als de kruising gereconstrueerd is.
Dit is een omstandigheid, waaraan nu eenmaal niets te veranderen is.
Zodra de reconstructie kan plaatshebben zullen gelijktijdig ook de ver
keerslichten geplaatst worden.
De betalingsverplichting, voortvloeiende uit deze werkzaamheden is eerst
gedacht in 1967.
Spreker meent, dat er ten aanzien van deze punten gerust gezegd kan wor
den, dat er gedaan wordt wat gedaan kan worden.