575 17 DECEMBER 1965. deren. Zij blijft werkelijk van mening, dat dit op de duur tot ongelukken moet leiden en daarom pleit zij ervoor andere middelen te baat te ne men om deze ongelukken te voorkomen. Mevrouw VAN MIERLO zegt, dat men in Amsterdam om de redenen door mevrouw de Bonte naar voren gebracht, de verkeersbrigadiertjes heeft afgeschaft. Zij kan niet zeggen, dat zij er pertinent tegen is. In Amsterdam heeft men een proef genomen met zogenaamde poli tie-assis tenten. Hiervoor heeft men jongens en meisjes genomen, die 16, 17 of 18 jaar oud zijn. Misschien zou deze proef in Breda ook eens genomen kunnen worden zo vraagt spreekster. De VOORZITTER meent in ieder geval te moeten zeggen, dat het in stituut als zodanig gehandhaafd moet blijven en dat het aan de ouders ter beoordeling moet worden overgelaten hun kinderen daarvoor af te staan met alle risico's die daaraan verbonden zijn. In elk geval kan niet meer toegestaan worden, dat de kinderen zonder geleide de straat oversteken. Spreker zou niet graag zien, dat er zo'n ongerustheid verwekt werd, dat het instituut in gevaar zou worden gebracht. Hij vindt het bovendien niet prettig reeds bij voorbaat in het hoekje van de verdachte te worden gezet als er iets zou gebeuren. Als de automobilist zelfs voor een kind al geen respect meer heeft zijn we zo langzamerhand toch wel bij een categorie van echte misdadigers te recht gekomen. Spreker wil het voor en het tegen nog wel eens overwe gen. De heer QUADEKKER zegt, dat voor kosten, noch voor opbrengst van arkeermeters iets geraamd is. Hij vraagt zich af of die dingen niets ge- ost hebben en of ze niets opbrengen. Het geheel is hem niet duidelijk. Wethouder VERMEULEN antwoordt, dat de parkeermeters er nog niet waren toen de vraag in het centraal rapport werd gesteld. Ze zijn eerst nadien met een door de raad gevoteerd krediet aangeschaft en geplaatst. Mevrouw KRENS vraagt of op grond van artikel 20 van de algemene politieverordening ook kan worden opgetreden tegen het plaatsen van vrachtwagens in straten. De VOORZITTER antwoordt hierop ontkennend. De heer VIS zegt, dat het de voorzitter en de raad bekend is, dat zijn fractie grote bezwaren heeft tegen de gemeentelijke nakeuring van films en in het bijzonder tegen de huidige opzet daarvan. Dat zij in het verle den niet tegen deze post hebben gestemd komt door de gevoeligheid van deze materie. Spreker zegt in de afgelopen jaren wel begrip voor zijn standpunt te hebben gevonden bij de fractie van de V. V.D. en toch ook wel bij die van de K. V. P.De heer Broeders heeft bij de algemene be schouwingen nog opgemerkt, dat we bepaald niet moeten blijven vasthou den aan de bestaande vormen. Spreker meent, dat de ontwikkeling thans wel zover is, dat een voorstel gedaan zou kunnen worden om deze post te schrappen. Vandaag heeft spreker vernomen, dat burgemeester en wet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 575