17 DECEMBER 1965. 581 Het heeft spreker reeds verheugd uit het antwoord van het college te mo gen vernemen dat het bereid is gereedgekomen complexen aan de vereni gingen over te dragen, zij het onder bepaalde voorwaarden. Deze toezegging is daarom zo belangrijk omdat zij de verenigingen in' staat stelt daarmede een toereikende financiële basis te handhaven c.q. te herstellen, hetgeen van belang is gezien ook in verband met het extra con tingent premiewoningen dat ook voor 1966 uitsluitend te bestemmen voor de woningbouwverenigingen, beschikbaar zal komen. Hij vraagt of het college inderdaad van plan is een dergelijk contingent te doen effectueren. Ten tweede vraagt hij welke eisen het college aan de verenigingen nader meent te moeten stellen teneinde complexen aan haar over te dragen. Tenslotte is het wellicht overbodig erop te attenderen, zegt spreker, doch dan is het toch wel nuttig ter informatie aan de raad, dat de woningbouw verenigingen niet alleen maar beheersinstituten zijn, doch bouwverenigin gen in de letterlijke betekenis. De nieuwe woningwet, in werking getreden op 1 augustus 1965 geeft in ar tikel 61, lid 2, aan de corporaties de eerste rechten daartoe. Naar zijn mening zou het dan ook het beleid van het college sieren als de volle medewerking aan een aangepaste en krachtige uitbouw en ontplooi ing van deze corporaties verleend werd. Wethouder VERMEULEN zegt, dat hetgeen de heer Ter Berg naar voren heeft gebracht, al meerdere malen onderwerp van discussie in de raad is geweest. In het antwoord op vragen in het centraal rapport is gesteld, dat het college besprekingen met de verenigingen voert waarmede beoogt wordt het in beheer geven aan de verenigingen van woningen, die door de ge meente gebouwd zijn. De verenigingen hebben daarbij ingeschakeld de nationale woningraad en het katholiek instituut van volkshuisvesting. De vraag, die bij dit overleg primair aan de orde kwam, was hoe groot het woningbezit moet zijn om op basis daarvan een beheers- en onderhoudsin- stituut en daarnaast een technisch instituut te kunnen betalen, waardoor men ervan verzekerd is, dat het kapitale bezit, dat voor 100% door de overheid is gefinancierd op doelmatige wijze zal worden beheerd. Elk van de drie bestaande woningbouwverenigingen op zich heeft een te gering woningbezit om een zodanig technisch apparaat te kunnen houden, waardoor het op gang brengen van nieuwbouwplannen kan worden verzorgd. Het college is, zegt spreker, bereid te bevorderen, dat er een fusie tot stand komt om te bereiken, dat een lichaam van zo groot mogelijke om vang onstaat, omdat het van oordeel is, dat alleen langs die weg de mo gelijkheid aanwezig is, ook voor wat de bestuursvorm betreft, te komen tot een continu geleid woningbedrijf. In de gemeente Arnhem is het zo, zegt spreker, dat het totale woningbe zit is ondergebracht in een aparte stichting. Dit is gedaan om een techni sche staf te kunnen aanschaffen, waardoor het mogelijk is zelfstandig in samenspraak met de gemeente nieuwbouwplannen te realiseren. Te Breda is de situatie concreet zo, dat de bouwverenigingen, als ze een mogelijkheid kregen om te gaan bouwen, in alle jaren van de bouw op het gemeentelijk ambtelijk apparaat zouden moeten steunen, zowel in de voorbereiding als in de technische sector. Onder deze omstandigheden,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 581