582 17 DECEMBER 1965. zegt spreker, is de zelfstandigheid tot op zekere hoogte een fictie. Spreker zegt er persoonlijk geen bezwaar tegen te hebben een vertegen woordiger van de bouwverenigingen in het bouwteam op te nemen, maar er zijn vier bouwteams in Breda. In feite is er eigenlijk al een bij betrok ken omdat ze premiewoningen bouwt, die geïncorporeerd zijn in het totaal van de bouwstroom. Na de oorlog was het primair de taak de woningnood op te heffen. Dat daarbij de gekozen weg gevolgd is vindt mede zijn oorzaak in de geringe bestuurs- en draagkracht van ae woningbouwverenigingen. Hij wil daarbij geenszins afbreuk doen aan hetgeen ze tot stand gebracht hebben en de wijze waarop zij dat gedaan hebben. Ook uit het feit, dat alleen in grote series, bestaande uit premie-vrije- sector- en woningwetbouw gebouwd kan worden blijkt voldoende, dat het moeilijk anders had gekund, dan het gedaan werd. Spreker gelooft niet, dat deze situatie gehandhaafd behoeft te blijven naar mate het einde van de woningnood in zicht komt, maar dan zalmen in het particuliere vlak zich er meer van bewust moeten worden, dat sa menwerking op allerlei terreinen van de woningbouw noodzakelijk is. Twee van ae drie bouwverenigingen hebben reeds een zekere mate van samenwerking, doch dit is nog maar een klein stapje in de goede richting. Het gemeentelijk woningbezit bedraagt 7000 woningen en gekapitaliseerd tegen 20.000, - per woning komt menHan tot een zeer hoog bedrag. Als die particulieren dit kapitale bezit van de gemeente over willen nemen is het de plicht van de gemeente om aan die particulieren bepaalde eisen te stellen. Het gesprek is overigens nog niet afgelopen. Het duurt wel lang, doch dit ligt bepaald niet aan het gemeentebestuur. Juist veertien dagen geleden is het rapport van het katholiek instituut voor volkshuisvesting en van de nationale woningraad ingekomen. Spreker acht het nog niet verantwoord om de woningbouw alleen aan de woningbouwverenigingen over te laten. De heer TER BERG zegt, dat bij de bouwverenigingen de belangstelling voor opname van een vertegenwoordiger in het bouwteam in ruime mate aanwezig is. Men is ook wel bereid het bestuursapparaat aan te passen aan de eisen van het moment. Spreker acht de kern van het probleem der woningvoorzie ning groter dan die vroeger ooit geweest is. Hij acht het van het grootste belang, dat na de oplossing van de woningnood, de industriële bouw en de andere bouwmethoden gewoon doorgang vinden, om de gewone bevolkings aanwas te kunnen opvangen. Hij gelooft, dat men er tijdig voor beducht moet zijn, dat er geen situatie ontstaat, waarin, als de gemeente niet meer bouwt, de woningbouwverenigingen niet meer aan de tijd aangepast zullen zijn, omdat er dan een hiaat ontstaat, dat niet meer is op te vul len. Wethouder VERMEULEN beaamt het laatste wat de heer Ter Berg ge zegd heeft. Het gesprek is echter op gang en het resultaat daarvan zal afgewacht moe ten worden. Van gemeentewege zullen echter eisen gesteld moeten blij ven worden. Hoofdstuk V wordt hierna ongewijzigd vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 582