584 17 DECEMBER 1965. Er wordt zonder meer van uitgegaan, dat de Brandelaar recht op subsidie heeft. Spreker wil nadrukkelijk stellen, dat het bestuur van de Brandelaar in het niet opnieuw opnemen van de betreffende post geen probleem ziet. De heer VAN DEN EEDENvraagt nog een opmerking te mogen maken met betrekking tot het sociëteitswerk. Spreker heeft tegen de omschakeling in het verleden nogal bezwaar ge maakt en daarbij de vraag gesteld of het niet mogelijk is om voor de ka tholieke bond van bejaarden de situatie uit te stellen tot september. De wethouder heeft toen daartegen bezwaar gemaakt, omdat dat de uitvoe ring van het werk zou belemmeren. Als spreker goed geïnformeerd is en hij is van mening dat hij dat is, dan is men met de ontwikkeling in de katholieke bond van bejaarden niet erg gelukkig. Met betrekking tot het antwoord op de vraag inzake de sociëteit in de Ceresstraat meent spre ker te mogen beluisteren, dat het college zegt: "dat hadden jullie niet moeten doen" en nu het toch gedaan is: "zie je wel, we krijgen nog wel gelijk". Spreker kan het wel verklaren, wat er in het antwoord gesteld wordt, maar anderzijds moet dit bij de bejaardenbond, gezien de verdiensten in het verleden, toch niet prettig aandoen, temeer waar men jarenlang het werk heeft uitgevoerd. Wethouder VAN BOXTEL zegt, dat de heer van den Eeden wel weet welk antwoord hij van hem op de gestelde vraag zal krijgen. Er bestaat bij de overheid grote waardering voor het werk, dat de katholieke bejaar denbond in het verleden gedaan heeft. De bejaardenbonden hebben in het verleden in het kader van het sociëteitswerk bepaald vele jaren pio niersarbeid verricht. Als er op een gegeven moment een ombouw van het werk moet komen, dan mag men daaruit niet concluderen, dat de bon den het in het verleden niet goed gedaan hebben. Er zullen echter in de bonden en dit is niet specifiek eigen aan de katho lieke bond altijd wel mensen blijven die deze conclusie uit de ontwikke ling wel zullen trekken. Het is de bedoeling van het college zegt spreker, het sociëteitswerk, zo als dat in het verleden gebeurde te ontdoen van het te eigen cachet, zo als het dat in de loop der jaren had gekregen en waardoor het zichzelf in de weg stond voor een veel ruimere ontwikkeling. De heer van den Eeden zal het spreker wel niet betwisten meent hij, dat het sociëteitswerk zich in het verleden beperkte tot de bejaarden, die aansluiting hadden bijeen bestaande bond. Wie geen lid was participeerde niet van het sociëteitswerk. De nieuwe ontwikkeling is niet afgedwongen, maar tot stand gekomen na algemeen overleg. Het sociëteitswerk is dus opengebroken in deze zin, dat men geen lid meer van een bond behoeft te zijn om eraan te kunnen deelnemen. Dit had tot gevolg, dat er een heroriëntatie moest komen in de spreiding van de sociëteiten over de stad, waarbij ook sociëteiten moesten worden gesloten. Ook al zou een bepaalde sociëteit levensvatbaarheid hebben kan het voor komen, dat die, tegen de zin van bepaalde groepjes moet worden geslo-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 584