5
1 JANUARI 1965.
Ik zou in de jaren die vóór ons liggen trouw willen zijn aan de eed die
ik zojuist heb afgelegd en dus aan de belangen van deze goede stad.
En ik zou evenzeer beschikbaar willen zijn, zoals een goed secretaris
betaamt, voor U, leden van de raad, voor het college van burgemeester
en wethouders, voor de afdelingen waarin U zich voor bepaalde werk
zaamheden opsplitst, maar vooral voor hen voor wie al dit werk wordt
gedaan: de burgers van deze gemeente, alle bewoners van Breda.
Als later een opvolger van de gemeente-archivaris mogelijkerwijze in
de plaatselijke pers zal schrijven over Breda's vijfde secretaris, danzal
hij - naar ik hoop - de conclusie kunnen trekken dat deze zijn geboorte
stad, volgens de wapenspreuk die hij had kunnen kiezen, naar eigen
stijl heeft gediend "als een goed houvast".
En hiermede, mijnheer de voorzitter, dames en heren leden van de Bre
dase gemeenteraad, wil ik dit korte woord gaarne beëindigen, en al
thans binnen déze vier muren overgaan tot het ondoorgrondelijk stilzwij
gen, waarvan volgens het spreekwoord de metaalwaarde, gelukkig voor
secretarissen, die van het spreken te boven gaat.
Ik dank U.
De VOORZITTER sluit de vergadering te 11.25 uur (v. m.met het ge
bruikelijk gebed.
De secretaris.
De voorzitter.