17 FEBRUARI 1965.
68
de spoorwegen zal komen, omdat men er met de thans voorgestelde maat
regelen niet zal zijn, omdat het parkeerprobleem rond het station in de
laatste 2 jaar ontstellend is gegroeid. Hij gelooft dat hij daarom ten
stelligste mag aanbevelen om het parkeerprobleem in de gehele stad
spoedig nader te gaan bezien. Een prognose voor de toekomst wordt door
hem in het rapport gemist.
Spreker is er zich van bewust dat ook het openbaar vervoer in de gemeen
te Breda hierbij een rol kan spelen. Hierbij wil hij anderzijds aanteke
nen, dat hoe men bij de B. B. A. ook zijn best doet, hierbij toch altijd
nog economische motieven een rol spelen, waardoor het openbaar ver
voer uit bepaalde delen van de gemeente altijd zodanig zal zijn, dat het
ondoenlijk zal zijn met dit openbare middel van vervoer b. v. de vroeg
ste trein te halen. Ook deze kant van het probleem zal nog eens in na
dere studie moeten worden genomen. Spreker heeft bij verschillende
begrotingsbehandelingen op deze kant van het openbaar vervoer reeds
gewezen.
Tenslotte zou hij de opmerking willen maken, dat hij het jammer vindt
dat de concept-parkeermeterverordening slechts ter inzage is gelegd en
niet aan de raadsleden is toegezonden, hetgeen ook voor enkele andere
bijlagen bij de stukken voor deze raadsvergadering geldt.
De heer BARU meent het betoog van de voorzitter nog met het vol
gende te moeten aanvullen. De commissie voor de strafverordeningen
heeft er nogal op aangedrongen dat telkens wanneer de verordening zal
moeten worden toegepast opnieuw bekeken zal moeten worden voor wel
ke uren de verordening zal gelden. Het kan voor een ander gedeelte van
de gemeente wel belangrijk zijn om de uren van 16. 00 - 18. 00 uur er
bij te nemen.
Overigens begrijpt hij niet goed waarom de heer van der Werff het een
nogal zware belasting vindt voor de toekomstige delinquenten, doordat
zij in plaats van voor de kantonrechter voor de politierechter terecht zul
len staan.
De ervaring leert dat men bij de politierechter binnen een uur gereed is
en dat men bij de kantonrechter een hele morgen kwijt is. Tenslotte
meent hij te weten dat dit niet meer van lange duur zal zijn omdat er
een wet in voorbereiding is waarbij dit soort delinquenten voor de kan
tonrechter dienen te verschijnen.
Mevrouw VAN MIERLO vraagt of de mogelijkheid is bekeken het par
keerverbod voor zaterdag en zondag op te heffen.
De VOORZITTER zegt dat dit inderdaad het geval is. Voor zaterdag
en zondag is er geen parkeerverbod.
De heer MELZER vindt het juist dat in het openbaar gesteld wordt dat
de commissie de belangen van de daar gevestigde horecabedrijven heeft
overwogen.
Wethouder VERMEULEN deelt mede dat de heer Vis opgemerkt heeft,
dat spreker gesteld heeft dat de spoorwegen er een direct bedrijfsbelang
bij hebben en dat er ook andere zaken zijn in die omgeving die bij dit