69
17 FEBRUARI 1965.
parkeren ook eenzelfde belang hebben. Dit is naar zijn mening echter
niet de kwestie. Voor de mensen die van de spoorwegen gebruik maken
is het parkeren van geheel andere aard, dan van degenen, die daar even
een zaak bezoeken. Benutting van de totale parkeercapaciteit wordt door
de spoorwegen eigenlijk geblokkeerd, omdat deze wagens er 's morgens
worden weggezet en 's avonds weggehaald.
In Breda kent men al een bepaling in de bouwverordening, waarbij be
langrijke verkeersaantrekkende objecten op een bepaalde wijze gedwon
gen kunnen worden te voorzien in eigen parkeerruimte.
Spreker is van oordeel dat men bij het gratis beschikbaar stellen van
openbaar terrein voor dit doel niet al te royaal moet zijn en het hele
Stationsplein niet moet opofferen om de reizigers van de spoorwegen op
deze plaats van 's morgens vroeg tot 's avonds laat te laten parkeren.
Hij gelooft niet dat het bedrijfsbelang van de spoorwegen qua zijn aard
gelijk is te stellen aan dat van de overige bedrijven.
In verband met de opmerking van de heer Vis, waarbij door hem werd
gezegd het van betekenis te vinden dat er op dit punt overleg tussen de
gemeente en de spoorwegen zal komen, kan spreker mededelen, dat in
verband met het hoogspoorplan door de gemeente de suggestie is gedaan
om van de zijde van de spoorwegen en de gemeente, mensen op amb
telijk niveau aan te wijzen, die zich kunnen beraden over de ruimtelijke
en functionele indeling van het Stationsplein. Daarbij zal dan eveneens
aan de orde komen de relatie tot het openbaar vervoer in de plaats zelf
en hoe dat het beste daarop kan worden afgestemd.
Spreker gelooft niet dat men kan verwachten, dat er binnen afzienbare
tijd in de ruimtelijke situatie op het Stationsplein enige verandering
kan worden gebracht. Hij heeft in dit opzicht geen behoefte aan een
prognose om nu al te kunnen vaststellen dat er een schromelijk tekort is
aan ruimte en een schromelijk tekort is aan parkeergelegenheid en dat
dit nog wel zal verergeren. Ruimte is echter niet aanwezig en zo er
ruimte gecreëerd moet worden, dan zal dit moeten geschieden in de
vorm van parkeergarages.
Dat de Nederlandse Spoorwegen ook in deze richting denken bleek bij
een onlangs gebracht bezoek aan de heer Lohman, directeur van de Ne
derlandse Spoorwegen, doch dat deze zaak op het ogenblik financieel
nog niet haalbaar was. Indien echter dit voor de spoorwegen niet finan
cieel haalbaar is dan zal dat voor de gemeente ook niet het geval zijn
en indien de spoorwegen het onrendabele gedeelte niet voor zijn reke
ning kan nemen dan ziet spreker niet in dat de gemeente dit wel zal
moeten maar vooral ook zal kunnen doen.
Spreker is van mening, dat deze zaak duidelijk ten opzichte van de
spoorwegen zal moeten worden gesteld en dat de spoorwegen dus ook een
taak hebben en dat het niet opgaat dat de gemeente eigenlijk deze kos
ten maar voor zijn rekening zou moeten nemen.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel met inachtneming van enige
door de voorzitter voorgestelde wijzigingen der verordening besloten.
18. VERHOGING SUBSIDIE 1964 PLAATSELIJKE KRUISVERENIGINGEN.
19. AANVULLENDE BIJDRAGE IN DE KOSTEN VAN DE ONT MOET IN GS -
BUEENKOMST MAATSCHAPPELUK WERK.