74
17 FEBRUARI 1965.
vangen. Het enige wat naar zijn mening nu nog zou kunnen gebeuren,
is dat burgemeester en wethouders zich naar de plaats van de misdaad
begeven en daar de zaak zelf gaan onderzoeken. Spreker gelooft dat
dit toch wel iets teveel van burgemeester en wethouders is gevraagd.
Wethouder BASTIAENSEN deelt mede dat is onderzocht waar de stal
ling zou kunnen plaatsvinden en eerst daarna zijn de aantallen genoemd.
Wethouder VERMEULEN vervolgt met de mededeling dat dus de aan
tallen inderdaad geen rol hebben gespeeld. De heer Kroon heeft als rij
wielbergplaats gewezen op de oude garage Vriens aan de Catharinastraat.
Deze is geen eigendom van de gemeente en er kan dus zonder meer niet
over beschikt worden. Spreker heeft in eerste instantie reeds medege
deeld dat dit terrein 's avonds met een poort is afgesloten en dat bij ver
huur aan de gemeente deze poort opengelaten zou moeten worden. Hij
ziet hierin niet veel heil.
De heer KROON zegt dat de brandweerkazerne bij het Stadserf ge
heel leeg staat.
Wethouder VERMEULEN vervolgt wederom met de mededeling dat
deze garage in gebruik is en ook de stallingen op het Stadserf zijn bij
zijn weten verhuurd. Bovendien is bij het zoeken naar een rijwielber
ging meer in de directe nabijheid van de school gekeken. Hij wil niet
zeggen dat de afstand tot b. v. het Stadserf onoverkomelijk zou zijn,
maar de praktijk zal waarschijnlijk dan toch uitwijzen dat men zijn
fiets niet in de stalling plaatst maar toch voor de deur zet. Dit ziet men
in de binnenstad zeer veelvuldig.
Mevrouw DE BONTE wenst de raad er opmerkzaam op te maken dat
veel jongere kinderen op de fiets naar de muziekschool moeten gaan.
Daarom zal wel degelijk in de naaste nabijheid van de school de moge
lijkheid moeten bestaan voor fietsenstalling. Kinderen van 5, 6 en 7
jaar kan men niet een eind van de muziekschool hun fiets laten neer
zetten.
Wethouder VERMEULEN deelt nog mede dat verschillende raadsleden
in tweede instantie nog eens een keer aan burgemeester en wethouders
hebben gevraagd het voorstel in beraad te nemen en in afwachting daar
van provisorische voorzieningen te treffen. Als lid van het college van
van burgemeester en wethouders kan hij hierover niet beslissen, maar
hij meent dat burgemeester en wethouders aan dit punt niet veel be
hoefte hebben.
De VOORZITTER deelt mede dat er nog een theoretische mogelijk
heid bestaat achter hotel "De Schuur", waar een parkeerterrein is. Hij
begrijpt dat dit in de afdelingsvergadering aan de orde is geweest, doch
dat dit idee niet goed ontvangen is. Persoonlijk lijkt hem dit toch al
tijd nog een heel gemakkelijke oplossing. Van de zijde van burgemees
ter en wethouders bestaat er weinig bereidheid om de zaak uit te stel
len, omdat zij geen alternatieven zien. Nu de stalling beperkt wordt