90 17 FEBRUARI 1965. de wat verder verwijderde toekomst aan het schoolmaatschappelijkwerk, die allen samen met de scholen- en beroepskeuze-onderzoekers in het zelfde vlak werkzaam zijn. In enige plaatsen in Nederland is er al iets van samenwerking tot stand gekomen. Hij meent echter dat er geen enkele plaats te noemen is waar een ideale situatie is bereikt. In Enschede heeft men al een heel erg grote stap in de goede richting gedaan. Voor hem is het niet van belang of deze schoolverzorgingsdienst per se een gemeentelijke of een particuliere stichting zal zijn en hij wil ook niet zeggen dat alle zaken, die hij genoemd heeft, in deze dienst of stichting moeten worden onder gebracht. Deze zaken zullen nog nader tot ontwikkeling moeten komen. Voor een goede efficiëncy zal er echter een overkoepeling nodig zijn. In het huidige voorstel van burgemeester en wethouders gaat het slechts over een betrekkelijk kleine sector n. 1. de school- en beroepenvoor- lichting. Er zijn een aantal mogelijkheden in dit voorstel opgenoemd. Spreker is evenals de heer Broeders van mening dat het heel belangrijk is dat de besturen en overkoepelende organisaties van de Bredase lagere scholen in deze op een zo constructieve wijze aan de besprekingen heb ben deelgenomen en dat dit geleid heeft tot het formeren van een com missie school- en beroepskeuze-voorlichting, die een beperkte taak krijgt n. 1. de beoordeling van de voorlichtingsbijeenkomsten. Dit is iets wat nu al wel incidenteel hier en daar gebeurt door sommige schoolbe sturen en ouder-commissies en ook wel door het geven van voorlichting door de vereniging "Volksonderwijs". Er zijn naar spreker's mening ook nog andere mogelijkheden. In het voorstel wordt er al één genoemd n. 1. het G. A. B.waarvan ge steld wordt dat er een zeer beperkte verzorging door het G.A.B. plaats vindt. In dit verband zou hij nog wel eens willen wijzen op de grote be tekenis van het G. A. B.omdat door dit bureau een zeer gedocumen teerde beroepengids is samengesteld, er een zeer belangrijke beroepen- documentatie bestaat en men op het G.A.B. vrij sterk in deze richting is gespecialiseerd. Voor spreker is dit nog duidelijker geworden toen hij de brochure, door de gemeente Eindhoven uitgegeven, en genaamd "Na de lagere school studeren in Eindhoven", samengesteld door de afdeling onderwijs en culturele zaken van die gemeente, inzag. Op de eerste bladzijde van deze brochure wordt al verwezen naar een tweetal beroepskeuze-advies bureaus n. 1. het G.A.B. en de inter-diocesane stichting voor beroeps keuzevoorlichting. Het G.A.B. is hierbij nog al sterk ingeschakeld en o. a. voor de belangrijke beroepskeuze-voorlichting voor middelbare scholieren. Hij meent daarom dat ook aan dezekant hier toch iets meer aandacht zou moeten worden besteed. Spreker is echter gaarne bereid om het thans door burgemeester en wet houders voorgestelde bij wijze van proef te aanvaarden en is van oordeel dat thans eigenlijk niet verder gegaan kan worden, gezien de nog wat vage situatie waarin de gemeente Breda zich bevindt. Bij deze proef neming is het pedagogisch centrum alleen als administratief orgaan in geschakeld. Hij heeft daartegen geen bezwaar en hij zou zijn instem ming met het door de heer Broeders gestelde nog eens duidelijk willen stellen wanneer deze zegt dat het inderdaad voor het Bredase onderwijs van bijzonder grote betekenis is wat er uit de gehouden gesprekken tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 90