17 FEBRUARI 1965. 92 wacht had in eerste aanleg. Door de wethouder was dit in het vooruit zicht gesteld. Spreker is zeer getroffen door het feit dat de voorzitter van de K. V. P. - fractie gesproken heeft over de wenselijkheid van een uitbouw, waardoor alle sectoren van het onderwijs zich hier in thuis zullen voelen. Dat was juist een van de punten, die voor hem zeer belangrijk zijn. Mocht dit niet mogelijk blijken te zijn via de bestaande wegen, dan zouden mis schien juist op grond van zijn mening toch een andere weg via een ge meentelijke dienst of gemeentelijke stichting, gevonden kunnen worden. Hij is van mening dat naast zijn suggestie van de gemeentelijke dienst of naast het uitbouwen van de bestaande situatie er nog een oplossing voor een deel van de taken, die in het voorstel genoemd worden, moge lijk is. Spreker wil er op wijzen, dat deze al eens eerder onder het oog zijn gebracht bij de begrotingsbehandeling op 14 december 1962. Hij heeft er toen op gewezen dat het zo fout was dat in West-Brabant geen afdeling bestond van het C. B. O. waarbij hij een beroep deed op de wet houder als secretaris van de Kamer van Koophandel om te trachten ten industrie en onderwijs bijeen te brengen. Ondanks het feit dat de wet houder toen de hoop uitsprak dat hij zo iets zou kunnen creëren is in de situatie geen wijziging gekomen en bestaat de afdeling van het C. B. O. nog niet. Toch werkt het C. B. O. hier en dat is de wethouder bekend. Op vele v. h. m. o. -scholen in Breda treedt reeds een docent als counciller op. Deze counciller, dat is een Amerikaans woord voor schoollichaam, geeft adviezen aan ouders en leerlingen ten aanzien van beroepenvoorlichting. Van het C. B. O. en van de rijksinstanties ontvangt hij daartoe documen tatie en op oriëntatiedagen treft hij mensen van zeer verschillende le vensbeschouwingen en signaturen waarbij algemene en specifieke ge gevens uitgewisseld kunnen worden. Langs deze weg bestaat er dus al een band, in de geest zoals door de vorige sprekers gedacht is. Spreker gelooft dat deze band vastgehouden moet worden en verder uitgebouwd. Spreker zou echter nog een ander punt ter sprake willen brengen. Ook al zou in West-Brabant een afdeling van het C. B. O.gaan ontstaan is er nog ee informatiebron voor de ouders, waarvan hij gehoopt had, dat burgemees en wethouders hiermede zelf gekomen zouden zijn. Bij de behandeling van de onderwijsnota, die allerwege en ook door spreker geroemd is, heeft hij op 16 januari 1963 gesuggereerd de moge lijkheid te onderzoeken een verkorte uitgave uit te geven, die aan de ouders speciaal van leerlingen voor voortgezet onderwijs zou gepresen teerd kunnen worden. De wethouder heeft hem toen een hoopgevend antwoord gegeven. Indien hij even pag. 46 en 47 mag citeren, waar staat dat het vervaardigen van een folder, waarin het excerpt van de nota is opgenomen reeds onderwerp van de gedachtengang is van de af deling onderwijs. Het vereiste zal echter zijn dat de folder in een sma kelijke vorm zal worden gegoten. Bij de voorbeelden van andere steden kan er een worden gevoegd n. 1. Eindhoven. Met het uitvoeren van het voornemen om een folder samen te stellen, zal echter nog even moeten worden gewacht omdat nog meer dringende zaken moeten worden afge handeld. Spreker is het eens met het preadvies van burgemeester en wethouders,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 92