101
13 APRIL 1966.
worden gegaan. Maar spreker wil nog wel op het raadsvoorstel te
rugkomen, omdat men "het blijkbaar een prettige aangelegenheid
vindt om daarop in te kunnen haken. Dit raadsvoorstel is namelijk
niet onjuist, misschien zou men kunnen zeggen "onvolledig". Men
leest echter niet aandachtig en bij een niet-insider en iemand die
niet naar de kaart kijkt die altijd bij de stukken ligt, zou lichtelijk
de indruk kunnen ontstaan dat hier bewust de indruk is gewekt, als
zou perceel 2004 een agrarische bestemming hebben. Dit ontkent
spreker op de letterlijke tekst van het voorstel waar staat: om com
pensatie voor deze grond te verkrijgen heeft genoemde stichting te
koop gevraagd een terrein ter grootte van 4.48. 35 ha, gelegen aan
de Loevesteinstraat en de Heusdenhoutseweg. Nu mag spreker van
mensen die niet in de raad zitting hebben niet verwachten dat ze
zouden kunnen veronderstellen dat de Heusdenhoutseweg in het uit
breidingsplan IJpelaar ligt.
Daar wordt dus niet beweerd dat de grond aan de Heusdenhoutseweg
een agrarische bestemming heeft en spreker meent - en heeft dit op
de persconferentie ook opgemerkt - de raadsleden op hun aandacht
intensiviteit echt niet te onderschatten. Misschien is er dan sprake
van een iet of wat minder duidelijke formulering, maar het staat er
juist en ieder raadslid had het kunnen zien.
"4. Bestaat er verband tussen de verkoop van perceel 2004 aan de stich
ting "Het Klein Seminarie IJpelaar" en de latere grondtransactiesvan
de burgemeester als privé-persoon?"
Deze vraag in essentie begrepen stelt of de verkoop gevolgd is of is
aangezwengeld door de burgemeester als privé-persoon door later
daarop aansluitende transacties. Zo juist, zo zegt spreker, heeft hij
een historisch overzicht van deze hele transactie gegeven. Dit om
de transactie los te maken van alle supposities, van alle veronder
stellingen, van alle suggesties en van alle tendenties, omdat het een
volkomen op zichzelf staande zaak is geweest tussen gemeente en
seminarie IJpelaar, die begonnen is met grondruil en geëindigd is in
grondverkoop en waarbij het zonder meer in die transactie volkomen
logisch was dat perceel 2004 aan IJpelaar werd overgedragen.
De heer VIS zegt gaarne dank voor de door de voorzitter gegeven
verklaring en voor het antwoord van de wethouder. Hij is daar zeer er
kentelijk voor, het is een zeer uitvoerig antwoord geweest en heeft een
groot aantal zaken opgehelderd. Zich bepalend tot de door hem gestel
de vragen, dan is het duidelijk dat er tussen verkoop van het perceel
2004 door de gemeente en de grondtransacties van de burgemeester als
privé-persoon geen verband bestaat.
Voor wat de aanduiding in dat voorstel betreft, blijft spreker toch wel
enigermate met de wethouder van mening verschillen. Hij meent name
lijk en heeft dat ook in die zin gevraagd, dat in het raadsvoorstel niet
zeer duidelijk is aangegeven, dat het hier grond betrof met een niet-
agrarische bestemming. In het algemeen gebeurt dat in de raadsvoorstel
len wel, maar anderzijds is het begrijpelijk dat men hier overheen kan
lezen, ook al leest men de raadsvoorstellen nog zo aandachtig. Spreker
vindt dit jammer maar het maakt nu niet veel meer uit.
Mede in verband met het antwoord van wethouder Vermeulen wil spreker