104
13 APRIL 1966.
daan, stelt hij op prijs.
Vervolgens constateerde de voorzitter een fout te hebben gemaakt, wel
ke hij zich eerst later bewust werd. Spreker kan zich dat wel voorstel
len, in een positie van burgemeester is omdat men aan de openbare weg
timmert de publiciteit op iemand gericht. Men zit als het ware in een
glazen huisje en voorzichtigheid is geboden.
De heer Vis heeft in zijn inleiding al gezegd dat de raad in deze formeel
geen bevoegdheid heeft en als het erop aankomt is er ook geen moge
lijkheid om deze zaak in de raad helemaal uit te praten.
De voorzitter zegt echter zelf zijn verklaring te geven omdat deze mis
schien de mogelijkheid biedt om een oordeel te vormen, anderzijds heeft
hij gezegd dat er anderen door de wet zijn geroepen om een oordeel uit
te spreken.
Omdat de voorzitter, hoewel spreker dit kan begrijpen, zich beperkt tot
een aantal kernpunten, is het bijzonder moeilijk om een beoordeling te
maken. Hij spreekt niet van een vrijspraak of een veroordeling, maar
om een volkomen juiste beoordeling te geven van datgene wat is ge
beurd.
Spreker meent dat het dan inderdaad veel juister is om vast te stellen dat
als de raad hier eventueel al tot een uitspraak zou komen dit een loze
uitspraak zou zijn, omdat hij heen bevoegdheid heeft. Overigens is het
veel juister dat anderen die de taak en de plicht hebben dit te beoorde
len, deze beoordeling ook geven.
De heer KROON zegt, dat toen de heer Vis hem enige dagen geleden
telefonisch mededeelde dat hij voornemens was een interpellatie te hou
den, hij zich daar volledig achter heeft gesteld omdat hij het noodzake
lijk achtte dat de raad zich over deze aangelegenheid zou kunnen uit
spreken.
Spreker is blij een duidelijke uiteenzetting te hebben gekregen over de
beide voorstellen die in het geding zijn.
Uit de aard der zaak heeft hij die beide voorstellen nog opgezocht en be
studeerd. Deze voorstellen zijn destijds de afdeling voor openbare wer
ken gepasseerd en spreker herinnert zich nog goed dat de afdeling ten
aanzien van het voorstel voor de uitgifte van die grond in IJpelaar en de
verkoop aan het bouwbedrijf de Baronie eigenlijk zeer tevreden was,om
dat het voor de gemeente een inderdaad voordelige transactie was. Hij
heeft dan ook aan dit voorstel en na bestudering van al hetgeen hierover
in de pers is verschenen, niets toe te voegen.
Spreker is de wethouder dankbaar dat hij een volledige uiteenzetting
heeft willen geven. Maar dit voorstel is voor spreker volledig safe.
Hij gaat ermee akkoord en vindt geen enkele reden om er achteraf be
zwaar tegen te maken of er spijt van te hebben dat het voorstel destijds
is aangenomen.
Ten aanzien van de verkoop aan stichting Klein Seminarie IJpelaar blij
ven nog een paar vragen open. De vragen die door de heer Vis zijn ge
steld waren uiteraard bekend. Nu heeft de wethouder in zijn antwoord
eerst gesproken over perceel 2005 en later over 2004. Spreker heeft be
grepen dat perceel 2004 in relatie moest worden gezien met 2005. Ook
hier wil hij akkoord mee gaan.
De moeilijkheid waar men nu mee zit is dat de wethouder weliswaar aan-