107 13 APRIL 1966. Wethouder VERMEULEN zegt enigszins verbaasd te zijn over de uitla ting van de heer Melzer als zou hij gezegd hebben te overwegen het Al gemeen Dagblad te vervolgen. De heer MELZER zegt op perspublikaties af te hebben moeten gaan. Wethouder VERMEULEN antwoordt dat de heer Melzer die dan niet goed heeft gelezen. De heer MELZER dacht dit wel, maar misschien hebben de wethouder en hij niet dezelfde krant gelezen. De heer VAN CAULIL wil als lid van de afdeling openbare werkenvast- stellen dat in de gemeente Breda iedere fractie erin vertegenwoordigd is. Hij meent dat er nergens beter dan in de afdeling inzicht in de diverse voorstellen gegeven kan worden. Hele gesprekken spitsen zich toe rond de persoon van de voorzitter. Spreker is helemaal niet van plan daarop in te gaan. Wat hem betreft is dat "privé-afdeling". Wel zou hij willen vaststellen dat het ieder lid dui delijk is gemaakt - zulks in de besprekingen die rond deze zaak hebben plaatsgevonden - dat er bij de bouw van het motel, benzineverkooppun ten zouden volgen. Het staat ook duidelijk in het voorstel hoe een en an der zou verlopen. Hij vindt het heel jammer wanneer daar nu veel woor den over moeten worden vuilgemaakt, want de raad was het ermee eens. Nu is eigenlijk de raad opgedrongen er over te moeten praten. Er zijn zelfs mensen die beweren dat Breda voordeliger uit kan zijn. Voor spreker speelt nu: "Wat is het meest algemene belang voor Breda?" De heer QUADEKKERhad eigenlijk in laatste instantie willen aanha ken aan de afdeling openbare werken waar zeer regelmatig zeer uitge breid inzicht wordt verkregen van alle faits et gestes van de dienst van openbare werken en van de voorstellen die de raad geworden. Spreker is de wethouder zeer erkentelijk voor zijn duidelijke uitleg en de voorzitter is hij persoonlijk zeer erkentelijk voor de verklaring. Hij wil hierbij graag stellen dat als een ieder die een fout begaat deze rui terlijk bekent, terwijl hij daarbij de fout ongedaan maakt, men in een veel betere wereld leefde. De VOORZITTER zegt dat het zin heeft dat nog even wordt ingegaan op hetgeen de heer Melzer heeft gezegd over het benaderen van de pers. Het is natuurlijk veeleer wel zo dat de pers zich op speciale wijze met hem heeft beziggehouden. Onmiddellijk, op dezelfde dag van de publi - katie en daarna nog verschillende malen werden spreker en wethouder Vermeulen geconfronteerd met de, zoals hier wel blijkt, ingewikkelde materie. Diezelfde dag waren beiden bereid een persconferentie te hou den, zoals nu de bereidheid blijkt om in het openbaar de zaak uit de doe ken te doen. Op een zeker ogenblik heeft spreker zich laten ontvallen dat het college, handelend als regenten, maar tegenwoordig ook als managers met tal van zakelijke instanties, grote ondernemingen in contact komt, dan be reid is voordelen te bezorgen. Nu moet goed worden begrepen dat dit een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 107